De vraag speelde me de laatste tijd wel parten. Zou ik het allemaal nog zo doen zoals ik gedaan heb? Het zijn deze gedachten die nu nog door mijn hoofd jagen. Het zijn overpeinzingen die me onrustig maken en daarom kan ik mij moeilijk concentreren op hetgeen misschien op dit moment significanter is.
Familie was voor mij eigenlijk nooit echt belangrijk in het verleden, maar ik ben daarover toch anders gaan nadenken. Zeker omdat ik hun nabijheid in de laatste jaren heel erg hebt gemist. Misschien om hetgeen ik hen heb aangedaan dat ze daarom de band hebben doorgesneden. Althans de verwaterde genetische banden die nog overbleven.
Mijn vader heb ik nooit gekend. Mijn moeder vond dat een van de beste zaken die me overkomen was, want volgens haar zeggen, was hij allesbehalve een stichtend voorbeeld. Daarentegen was mijn mama een van de meest religieuze vrouwen die ik kende. Haar overtuiging heeft me echter niet geliefder gemaakt in haar ogen. Ze heeft enkel wat meer geduld gehad met mij. Achteraf heb ik gehoord dat ze zei dat ik helaas de genen van mijn vader had geërfd. Het was niet bedoeld als compliment.
Op een bepaald moment maak je keuzes in het leven. Je krijgt vrienden of je zoekt mensen op en maakt ze tot vriend. Ik had, achteraf bekeken, nu eenmaal geen echt goed inzicht wat ‘goede vrienden’ eigenlijk betekende. Toch beweerde ik bij hoog en laag dat ik ze wel bezat. Tot ze me ook lieten stikken. Verraders!
Het is geen pretje om alleen te zijn, om niemand te hebben om tegen te praten. Oud worden staat voor mij gelijk met uitgeschakeld worden, buiten de maatschappij geweerd worden op de meest verachtelijke onmenselijke manier. Niemand kent je nog of wil je kennen, zeker als je ze zo hebt voor het hoofd gestoten zoals ik gedaan heb.
Misschien dat er daar vandaag een kentering in komt. Misschien kan ik ervoor zorgen dat op een of andere manier, dit in het geheugen van deze mensen die me hebben laten vallen, voor altijd gegrift staat. Niet als een litteken maar als een teken van genezing. Het kan zijn dat het eigenlijk al te laat is voor mij. Dat er geen hoop meer is, maar ik wil het toch nog eens proberen.
Ik heb er maar met één persoon kunnen over spreken de laatste tijd en dat heeft me geholpen om te zien dat ik niet moet wachten tot men mij daarover aanspreekt maar dat het eerste woord van mij moet komen. Je kan enkel maar vergiffenis krijgen voor hetgeen je hebt misdaan als je ook beseft dat je je hebt misdragen en dat je werkelijk vergeven wilt worden. Althans dat was waarrond onze gesprekken de laatste dagen over gingen.
Het is moeilijk om mijn gedachten te ordenen, om klaar te zien in wat ik denk en wat ik nog moet doen. Ik kijk rond mij en neem mijn omgeving op. Het is toch iets beter van uitzicht dat de laatste tijd. Nu zie ik tenminste mensen die zich voor mij interesseren of toch voor hetgeen met mij zal gebeuren.
Ik voel het mijn aderen binnen vloeien en ik weet dat ik moet vlug zijn. Terwijl de eerste injectie die ik krijg zich als straf voltrekt, spreek ik de woorden uit tegen de familieleden van mijn slachtoffers achter het glas: “Ik heb echt spijt over mijn daden, vergeef mij als je kan.”
Ik zie nog juist hun onverzettelijke starre gezichten vooraleer mijn gedachten verdwijnen.

Afbeelding door Tingey Injury Law Firm via Unsplash
Comments
- 27 juni
- Hide replies (1)
1- 27 juni
0- 27 juni
- Hide replies (1)
1- 27 juni
0- 27 juni
- Hide replies (1)
1- 27 juni
1- 27 juni
- Hide replies (1)
1- 27 juni
0- 27 juni
- Hide replies (1)
1- 27 juni
0