Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Annabel (deel 1)

Een verhaal waar ik al eerder een lang gedicht over schreef. Maar nu toch maar geüpload om mezelf aan te sporen om door te gaan met schrijven. Niet alles hoeft een boek te worden.

Geschreven door Aarnout Van Der Ploeg
Gepubliceerd op: 19 aug 2021
2
12
2
Afbeelding door Tim Mossholder via Unsplash

“Wat valt er dan nog uit te leggen?!” Vroeg zij met een toon alsof hij beter maar geen antwoord kon geven. Maar als hij nooit haar had kunnen geven wat zij van hem verlangd had, waarom zou hij daar nu dan mee gaan beginnen? “Ik hoef geen uitleg, er is geen uitleg. Ik wil gewoon dat je toe kan geven dat je fout zat. Zonder dat het eens over hoe vreselijk het voor jou was gaat.” Zij schudde met haar hoofd, wuifde hem weg met haar handen. “Denk je niet dat ik zelf niet weet? Hoe fout het was? Wat voor een verschrikkelijke vrouw ik ben?” Ze schreeuwde het uit, hij begroef zijn hoofd in zijn handen. “Dat is niet wat ik zeg. Maar ik kan er gewoon niet bij waarom je zoiets zou doen? Denk ik dan echt terug aan hele andere jaren dan jij? Heb ik mijn leven met je spiegelbeeld doorgebracht?” De lucht die hij naar binnen snoof voelde leeg in zijn longen. Zij kon hem niet aankijken, zij kon hem niet langer verdragen. Zijn hart zakte als een anker door de vloer toen zij naar buiten vluchtte. Alsof zijn reet van ijzer was plofte hij op de grond. Rug tegen de muur, voeten voor zich uit. Vaag hoorde hij het starten van de auto, het wegrijden van zijn vrouw. Luider herhaalde hij haar woorden in zijn kop. De woede die hij gevoeld had toen ze voor hem stond maakte plaats voor een geveinsde onverschilligheid. Een chemische onverschilligheid die groeide met elke slok. Een onverschilligheid die stierf met de laatste slok. Hij wierp zijn fles door de kamer. Het uiteenspatten van het glas bracht hem een seconde aan rust. Iets wat kapotter was dan hij. Zijn gedachten dwaalde af naar haar, waar ze heen zou gaan, of hij haar recht in de armen van een ander had gedreven. Hij lachte zachtjes terwijl hij zichzelf van de grond tilde. Hij schudde zijn hoofd bij de gedachte dat hij tot voor kort onder de impressie was dat dit een goeie dag zou worden. “Wat ben je ook een zielige sukkel!” Schreeuwde hij voor hij verder lachte. Het geluid van een ring tegen het raam rukte hem uit zijn roes. Hij keek verschrikt naar de openzwaaiende keukendeur. Een opzwelling in zijn borst, zou ze dan toch weer teruggekomen zijn? Nu dat hij precies wist wat hij eigenlijk had willen zeggen.

Tot zijn teleurstelling en misschien ook wel zijn opluchting was het de buurvrouw. Het was zeker lief van haar om even polshoogte te nemen, maar hij zat nou niet bepaald op haar analyse te wachten. Ze was zestig jaar gelukkig getrouwd, wat kon zij nou van dit soort zaken weten? Toch nodigde hij haar verder. Hij nam haar, zoals altijd, voorzichtig bij de arm. Om de zeiknatte glasscherven, naar de tafel. Zij bedankte hem, zoals altijd, even vriendelijk. Nog vriendelijker van haar was dat ze niks zei over de dranklucht, de scherven, het geschreeuw. “Wilt u ook koffie, thee?” Vroeg hij aan haar, zij lachte. “Ik had wel wat jenever gelust, maar iets zegt me dat dat er niet meer inzit.” Hij schudde zijn hoofd. “Misschien met veger, blik en een vergiet kan ik nog wat voor u betekenen.” Lachte hij, “Echt geen koffie of thee?” Vroeg hij weer. Zij lachte naar hem, “Nee lieverd, kom ga zitten.” Hij liet zich voorzichtig in zijn stoel zakken. Op tafel lagen bladen van haar en schriften van hem. En potjes met elkaars penselen. Hij pakte er een, om zijn handen iets te doen te geven. “Wat is er gebeurt? Vanochtend zat je nog zingend in de zon.” Vroeg ze, hij boog zijn hoofd, wierp een blik uit het raam. De vogels in de vlinderstruik, de vage stroom aan auto’s aan de overkant van het water. Hij haalde zijn schouders op voor hij haar aankeek. “Ze hield niet meer van me.” Zij hij, minder mannelijk dan hij had gewild. Zij onderdrukte een zucht en greep het penseel uit zijn handen. Haar geweekte huid op zijn handen. Zijn warme ruwe eelthanden. “Het komt goed.” Fluisterde zij zachtjes. Hij lachte, “Misschien moet u schrijfster worden, heel origineel.’’ Lachte hij gefrustreerd. Zij schudde haar hoofd, haar perfecte witte krullen. Sommige met de spelden er nog in. “Heeft u niet nog een dochter, of?” Lachte hij. Zij sloeg hem met een tijdschrift op de arm. “Die is toch veel te oud voor jou!.” Lachte ze mee. “En als ik u nou van Martin steel?” Hij knipoogde naar haar, “Op een wereldreis ofzo?” Voegde hij er aan toe. Zij bloosde een beetje, “Met zo’n oude trien op pad? Kom nou, daar is toch niks aan?” Zij schudde haar hoofd, een beetje beduusd. “Met u aan mijn arm? Ik maak al die mannen jaloers.” Hij glimlachte en drukte een kus op haar voorhoofd. “Plus ik had mijn ouders beloofd goed op u te passen toch?”
2
Geschreven door Aarnout Van Der Ploeg
Gepubliceerd op: 19 aug 2021
2
12
2

Comments

  • 23 aug
  • 1
Aangename kennismaking met Annabel!
  • 23 aug
1
  • 21 aug
  • 1
Mooi en gevoelig geschreven, Aarnout. Het moet inderdaad niet altijd een boek te zijn, hoewel we soms slaaf zijn van onze inspiratie.
  • 21 aug
1

Recente en relevant artikelen