Eenmaal bij de arts, die ook nog eens een lust voor het oog was, gebeurt precies waar ik voor vreesde en een killer opvlieger dient zich aan. Onrustig, maar alsof het de normaalste zaak van de wereld is, praat ik door en zie ik langzaam de arts vervagen.
De opvlieger is zo zwaar dat mijn bril ervan beslaat. Op één of andere verwrongen manier moet ik een hysterische lachbui onderdrukken. Ik kan wel door de grond zakken en grijp paniekerig het eerste wat binnen mijn handbereik ligt, een dossier. ‘Sorry, ik krijg een opvlieger,’ zeg ik heftig wapperend en totaal overbodig tegen mijn veel te leuke arts. Hij speelt mijn spel mee en doet net alsof ik niet de grootste opvlieger allertijden heb gekregen, de schat.
Wanneer het consult voorbij is nemen we wat ongemakkelijk afscheid van elkaar en opgelucht vlucht ik, met zweetplekken en al, de kamer uit. Op de gang laat ik mijn opgekropte zenuwen los en hang gierend van de lach tegen de muur. Wat een ongemakkelijke situatie was dat, mijzelf voorstellend hoe ik eruit heb moeten zien met mijn beslagen bril en bezwete, vuurrode hoofd.
Met een schuin oog zie ik aan de gezichten van de overige patiënten dat ze zich afvragen of ik niet toevallig op een andere afdeling thuishoor. Who cares, denk maar lekker, humor is mijn houvast in deze intense fase. Met een grijns op mijn gezicht loop ik opgewekt naar de uitgang, mijzelf alvast druk makend over het volgende bezoek. Als ik maar geen opvlieger krijg!
Comments
- 22 dec
- Hide replies (1)
1- 24 dec
0- 5 sep
- Hide replies (1)
1- 8 sep
0- 1 sep
- Hide replies (1)
2- 3 sep
0- 29 aug
- Hide replies (1)
1- 3 sep
0- 29 aug
- Hide replies (1)
1- 3 sep
0