Artikel.nl




Editorial Approved Badge

De sleutel naar geluk

Geluk, waar baseer je dat eigenlijk op? Waar denk jij aan bij het woord geluk? Misschien is het jouw familie, vrienden of vriendinnen. Het kan ook zijn dat je denkt aan materiële zaken, zoals het hebben van veel geld, een mooie auto of een groot huis met een enorm zwembad. Maar is geluk wel het gevolg van deze externe factoren? We vergeten al snel de belangrijkste factor voor de sleutel naar geluk, namelijk, onszelf.

Geschreven door Noa
Geschreven op: 7 nov 2020
Gepubliceerd op: 6 mei 2021
3
22
0
Afbeelding door Allec Gomes via Unsplash
Geluk, waar baseer je dat eigenlijk op? Waar denk jij aan bij het woord geluk? Misschien is het jouw familie, vrienden of vriendinnen. Het kan ook zijn dat je denkt aan materiële zaken, zoals het hebben van veel geld, een mooie auto of een groot huis met een enorm zwembad. Maar is geluk wel het gevolg van deze externe factoren? We vergeten al snel de belangrijkste factor voor de sleutel naar geluk, namelijk, onszelf.

FOMO
Je herkent het vast wel. Je bent urenlang aan het scrollen op social media en je ziet veel foto’s over het leven van anderen. Je kijkt vervolgens nog even naar hun verhaal en ziet daar hoe leuk ze het wel niet hebben. Je zult op basis van wat je ziet ervan uitgaan dat deze mensen gelukkig zijn. Vaak gaat dit ten koste van je eigen ervaring van geluk, omdat je het gevoel hebt bepaalde dingen te missen. Je hebt het gevoel achter te lopen op de rest. Dit wordt ook wel FOMO genoemd, the fear of missing out. Het probleem van social media is dan ook dat je constant geconfronteerd wordt met het leven van anderen, dat de kans groot is dat jij vergeet jouw eigen leven te leven. Je houdt je zo bezig met anderen, dat je vergeet wat je zelf leuk vind en/of wilt. Dit zal ik proberen toe te lichten met een voorbeeld.

Probeer je de volgende situatie te visualiseren. Je nieuwe klasgenoot stuurt je een volgverzoek op Instagram. Je klikt op haar profiel en ziet dat ze 9000 volgers heeft, wat een tegenvaller. Jij hebt er ‘slechts’ 300. Daar begint het nare gevoel al. Maar natuurlijk wil je haar profiel nog wat verder bekijken, je werpt snel je blik op haar foto’s en ziet dat ze een grote vriendinnengroep heeft, bovendien lacht ze op elke foto. Ze heeft ook nog eens foto’s van haar vriend en haar gigantische huis. Je begint dan hoogstwaarschijnlijk al te denken aan alle dingen die jij niet hebt. Daar komt die oneindeloos lopende cirkel van vergelijking weer om de hoek kijken. Jouw vriendengroep is helemaal niet zo groot, je hebt ‘maar’ 2 vriendinnen. Je voelt alsof er iets mis met je is en ineens voel jij je minder gelukkig. Nadat je het huis van haar hebt gezien wil je ook zo’n gaaf zwembad. Pff, zij heeft het allemaal wel goed voor elkaar. Ze heeft vast niks om over te klagen, ze leeft ten slotte het leven dat jij wenst te hebben. Je geeft de schuld aan het gebrek aan materiële producten, want dat zorgt voor dit ontevreden gevoel, of toch niet?

Externe factoren
Het is makkelijk om te geloven dat externe factoren van alles te maken hebben met gelukkig zijn. Maar hoe is het dan mogelijk dat de armste mensen dan toch gelukkig kunnen zijn? Andersom, hoe is het mogelijk dat de rijkste mensen dan tóch ongelukkig kunnen zijn? Dit komt omdat de sleutel tot geluk helemaal niks met externe factoren te maken heeft. Ik zal weer met een voorbeeld proberen duidelijk te maken hoe snel materiële zaken hun waarde kunnen verliezen.

Stel, je wint de loterij van 1 miljoen euro. Je denkt voor dat moment de gelukkigste persoon op aarde te zijn, meteen koop je die auto die altijd al graag wou hebben, dat nieuwe mobieltje om niet achter te lopen op de rest en dat gave horloge van een achterlijk hoog bedrag. Niks lijkt verkeerd te kunnen gaan. De volgende dag krijg je een telefoontje van de dokter. Je hoort dat je zusje is opgenomen in het ziekenhuis omdat ze een aanrijding heeft gehad en ze weten niet of het nog goed met haar komt. Wat gisteren nog al je geluk was, betekent nu helemaal niks meer. Integendeel, je bent het dan waarschijnlijk al lang vergeten. Hoe veel geld je op dat moment ook zou hebben, als je zo’n telefoontje krijgt mag al het geld je wel gestolen worden. Als het maar goed komt met jouw zusje.
Wat voor jou misschien een onbelangrijke zaak lijkt, kan door een ander als een gevoel van geluk worden ervaren


Zienswijze
Even terug naar het gevoel van geluk. Hoe kan het zo zijn dat de ene persoon heel erg blij is en zich gelukkig voelt om de mogelijkheid te hebben om naar school te gaan, terwijl de andere hier met tegenzin heen gaat. Is er een goed of fout? Nee. Dit voorbeeld laat alleen zien dat elk van ons andere prioriteiten heeft en we geluk verschillend waarnemen. Wat voor jou misschien een onbelangrijke zaak lijkt, kan door een ander als een gevoel van geluk worden ervaren.

Misschien is het wel even goed om stil te staan bij het feit dat we dezelfde situaties toch altijd verschillend waarnemen, want ook dit is cruciaal voor de sleutel naar geluk. Stel je ziet een slagroomtaart, dan zal iedereen deze slagroomtaart zien, maar toch anders waarnemen. De een merkt op dat er nootjes op de randen van de taart zitten, de ander hoe de taart uit 3 lagen bestaat. De ander richt zijn aandacht niet op hoe de taart eruit ziet, maar kan niet wachten om de taart op te eten. Hoe wij bepaalde producten of situaties waarnemen heeft alles te maken met hoe wij er naar kijken. Onze zienswijze. De manier waarop wij naar dingen kijken wordt onder andere bepaald door onze omgeving, verleden en/of overtuigingen. Want wie bepaalt of iets goed of fout is? Of het de waarheid is of niet? Er is ten slotte maar één waarheid, jouw eigen waarheid.

Zo kan het zijn dat jij en je vriendin een presentatie moeten houden voor de klas. Jij hebt je niet voorbereid, maar weet dat het wel goed komt. Je kunt goed improviseren en tot nu toe is elke presentatie goed gegaan. Je hebt altijd al een voldoende gehaald. Je vriendin daarentegen is heel erg zenuwachtig, ze voelt zich misselijk ondanks ze zich goed heeft voorbereid. Misschien vind jij wel dat ze zich heel erg aanstelt, maar toch is dit voor niet niks voor haar. Blijkbaar doet dit meer met haar dan met jou, terwijl dit om dezelfde situatie gaat. Dit kan alles te maken hebben met het beeld dat ze van zichzelf heeft, misschien is ze wel heel erg onzeker over zichzelf. Het kan zijn dat ze altijd het slechtste verwacht, dat haar eigen gedachten ervoor zorgen dat ze het benauwd krijgt. Het kan ook zo zijn dat haar verleden een grote rol heeft gespeeld, misschien heeft ze een keer een presentatie gehouden waar haar klasgenoten haar uitlachten. Doordat ze nu weer moet gaan presenteren, haalt haar brein automatisch de gevoelens naar boven die ze eerder gevoeld heeft toen het mis ging. Haar brein herkent de situatie en wilt koste wat het kost voorkomen nogmaals door deze situatie heen te gaan. Het wilt haar beschermen.

Het meisje ervaart angst, paniek en/of stress en zij kan nu 3 dingen doen: vechten, vluchten of bevriezen. De eerste en automatische reactie zal zijn vluchten. Haar brein reageert op de situatie die voor haar bekend staat als stressvol, angstig en/of gevaarlijk. Simpelweg, negatief. Zij heeft deze situatie eenmaal als negatief ervaren en haar brein herkent de situatie en wilt hier voor vluchten. Dit is namelijk een oncomfortabele situatie die haar brein op alle mogelijke manieren wilt vermijden. Haar brein geeft  haar een duidelijk signaal dat dit niet goed is , het voelt niet goed. Dit signaal die haar brein geeft, triggert vervolgens gedachtes als: ‘ik ben niet veilig’, ‘dit gaat gegarandeerd fout’ of ‘ik kan toch niks goeds doen’. Zij focust zich dan op deze gedachten en zal deze als de waarheid ervaren. Ze gaat ervan uit dat deze negatieve dingen gaan gebeuren zij overtuigd zichzelf hiervan. Hier zal ik verderop in de tekst wat meer over vertellen.  Door te vluchten zal ze de situatie uit de weg gaan. Ze zal de presentatie proberen zo lang mogelijk uit te stellen of ze geeft de presentatie helemaal niet.

Mogelijke gevoelens bij vluchten: uitstelgedrag, verslaving, confrontatiemijdend, zoekend naar een vluchtroute, ontkenning, vermijdend, terugtrekken.

Het tweede wat ze kan doen is vechten. Ze komt haar angsten onder ogen en houdt alsnog de presentatie. Ze kampt nog steeds met negatieve gedachten, maar vecht ze besluit hier tegen te vechten. Ze geeft, ondanks haar gedachten, de presentatie. In dit geval heb ik een voorbeeld genomen van een presentatie en zijn de mogelijke gevoelens bij het vechten anders dan wanneer het over  stress of  veranderingen gaan met een negatieve impact. In zo’n geval betekent het namelijk dat ze de veranderingen of stress wilt aanpakken door letterlijk tegen deze situatie te vechten. Zo kan ze boos worden, een confrontatie met anderen willen aangaan, wraak willen nemen, kortaf reageren en/of overal een weerwoord op hebben. Daarom denk ik dat deze mogelijk gevoelens niet van toepassing zijn op het voorbeeld die ik daarnet noemde van de presentatie. Hier gaan het vechten namelijk om het vechten tegen haar eigen negatieve gedachten, met als gevolg dat ze ondanks de negatieve gedachten, alsnog de presentatie zal houden. Het derde wat ze kan doen is bevriezen. In dat geval zal ze wegduiken en/of niks meer van zich laten zien of horen.

Mogelijke gevoelens bij bevriezen: leeg en lusteloos, verdoofd, terugtrekkend, passief, contactmijdend, schuldig, stil, overweldigend, piekeren, verstijfd, niks.

Zoals ik eerder noemde, is vluchten een vorm van ontwijken of vermijden. Dit zal ze doen als er moeilijkheden zijn, vooral als zij er zelf geen invloed op heeft. Deze reactie komt voort uit de primaire reactie van haar brein: haar brein geeft een signaal, omdat het denkt dat ze in gevaar is. Als zij een bepaalde situatie als negatief heeft ervaren, zal dit vluchten extra aantrekkelijk zijn. Anderzijds kan vluchten zich ook uiten in het gevoel slachtoffer te zijn. Dit gaat gepaard met gedachten zoals: ‘het is wat het is’, ‘ik kan er toch niks aan doen en het is dus onveranderbaar’.

Focus
Nu even terug naar het verschillend waarnemen van dezelfde situaties, Hoe kan dit nou precies? Je focus. Het is maar net waar jij je op focust en dit zal jouw waarheid zijn. Sta er maar eens bij stil, alles is een product van de betekenis die jij daar aan geeft. Zo kan het zijn dat de één positief naar de wereld kijkt, terwijl de andere niks positiefs opmerkt. Nogmaals, het verschil zit hem in de focus. Let maar eens op. Kijk eens om je heen, hoeveel grijze dingen zie je? Wat is het leukste dat iemand ooit tegen je heeft gezegd? Na het lezen van deze vragen ga jij je focussen op deze dingen, terwijl je ze anders wellicht nauwelijks opmerkt. En precies zo zit het met onze gedachten. Het is echt zo simpel, alhoewel, alles is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Maar let maar eens op, elke keer dat er een negatieve situatie plaatsvindt, ga jij hier een diepere betekenis achter zoeken. Je vraagt jezelf af waarom dit gebeurt en zult jezelf van alles wijsmaken, je besteedt hier enorm veel aandacht aan. Daarentegen, wanneer iemand jou een compliment geeft zul jij je even goed voelen, maar verder besteed je hier weinig aandacht aan. Je focust je sneller op wat niet goed is aan jezelf en je zult meer negatieve gedachtes ervaren.

Het is maar net waar jij je op focust en dit zal jouw waarheid zijn
Probeer de volgende keer eens wat langer stil te staan bij dat ene complimentje die je ontving, dat moment dat jou aan het lachen maakte of wanneer er eens een positieve gedachte voorbij vliegt. Als er dan eens een negatieve gedachte voorbij komt is dat oké, probeer het niet te negeren, maar merk het op. Begin met het opmerken dat dit een negatieve gedachte is.  Vaak merk je het nu niet eens, je beschouwt het als ‘normaal’ en ‘de waarheid omdat het zo vaak voorkomt, dat je er aan gewend bent geraakt. Probeer vervolgens deze negatieve gedachte te vervangen door een positieve gedachte en op mijn betreft zeg je dit gewoon hard op. Ook al geloof je dit nu nog niet. Eens geloofde je de negatieve gedachtes ook niet, maar deze zijn zo gewoon en normaal voor je geworden dat je deze als ‘waar’ beschouwt. Het goede nieuws: je kunt deze positieve gedachtes dus ook trainen. Het gaat er uiteindelijk om waar jij je aandacht naar richt, want tenslotte is het zo dat alles wat je aandacht geeft, groeit. Negatieve gedachtes zullen er altijd zijn en blijven, maar het maakt een groot verschil hoe je met deze negatieve gedachtes omgaat. Blijf je deze gedachtes uitspreken tegen jezelf en blijf je erin geloven, of vervang je deze gedachtes door positieve gedachten en praat je op een vriendelijke manier tegen jezelf? Ook al geloof je dit nu nog niet, dit zal veranderen in de loop van de tijd omdat je er zowel bewust en later ook onbewust mee bezig zal zijn. Langzaam zullen de negatieve gedachten naar de achtergrond verdwijnen en de positieve gedachten zul je steeds vaker opmerken. Je gaat hier (bewust) bij stil staan en dit gaat zeker een groot verschil maken in jouw leven. Hier een paar voorbeelden van hoe je negatieve gedachten kunt vervangen door je focus te verleggen.

‘Wat als het fout gaat’ > Wat als het goed gaat? Hoe zul jij je dan voelen?
‘Ik ben te lelijk’ > Wat vind ik wel mooi aan mezelf? (dit kan buiten uiterlijk om ook met eigenschappen te maken hebben) Wat heeft mijn lichaam allemaal voor goeds voor me gedaan?
‘Ik kan het niet’ > Hoe dan ook faal ik niet; of ik leer van de situatie en zal deze kennis toepassen in latere situaties of ik kan het wel en verbaas mezelf.
‘Wat zullen anderen van me vinden’ > Ik ben goed genoeg, ik doe waar ik me goed bij voel.

Dit zijn slechts een paar voorbeelden. Probeer hier bewust aan te denken elke keer er een negatieve gedachte voorbij komt en je zult naar verloop van tijd een groot verschil merken. De sleutel naar geluk heb jij altijd al vast gehad. Wat doe je met deze sleutel, open je de deur of houd je het gesloten?
3
Geschreven door Noa
Geschreven op: 7 nov 2020
Gepubliceerd op: 6 mei 2021
3
22
0

Recente en relevant artikelen