Het Groene Hart
Ik lig midden in ons kleine land.
Kom in mij fietsen, varen, lopen.
Geniet van alle mooie pracht.
Mijn groene hart staat open.
De Knotwilg
Gekort, geknot, van tak ontdaan,
Sta ik hier wat kaal te staan.
Maar in mij schuilt een nieuwe kracht.
De lente komt eraan!
De Koe
Ach kijk, ik kauw mijn groene rijk,
door meerdere van mijn magen.
Voor kalf en melk en kaas en vlees
en zonder veel te klagen.
De Wei
De mest erin maakt mij weer groen,
Met water van daarboven.
Mijn grassen gaan het prima doen,
Dat zal ik je beloven!
De Sloot
Het water in mij stroomt heel traag.
Dat zeg ik u maar eerlijk.
Ik lig hier lekker in de wei.
Dat is nu juist zo heerlijk!
De Vis
Hieronder in het grote nat,
zwemt eigenlijk ook altijd wat.
De kleine vissen en de groten.
Wat is een wei nu zonder sloten?
De Plas
Soms ben ik kalm, soms ben ik wild
en nauwelijks te bedaren.
Maar in de stilte ben ik mild
en laat ik mij bevaren.
De Wolk
Ondoorzichtig grijs of wit.
Je ziet niet wat er in mij zit.
Ik overdrijf in wezen niet,
als ik regen dat het giet.
De Zonnebloem
Ik draai mijn bloem steeds naar de zon.
Zo blijf ik warm in ’t leven.
Met zonne-energie en pit,
help ik u overleven.
Comments
- 7 sep
0- 30 aug
0- 30 aug
0