Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Het Kruinoog

Een wandeling.

Geschreven door Pieter Hoekstra
Gepubliceerd op: 9 nov 2021
1
35
1
Ik heb Els al een tijd niet gezien, ging door zijn hoofd, terwijl hij het kruispunt met de brede weg naderde dat altijd op hem overkwam als een plaats waar je de dood kon vinden, zoals was gebeurd met de NSB-er die meestal thuis was maar toch werd overreden door een auto terwijl hij de brug overstak op weg naar de kapper. Als je thuis zit omdat je je niet wil laten zien gaat de tijd gewoon verder met het tikken van de wandklok, die de NSB-er zeker gehad zal hebben op zijn laatste dag in het ondermaanse. Hideous, zoals Britten zeggen. In het Nederlands is niet zo'n treffend woord: schichtig, bang, vol schaamte, een teruggetrokken bestaan is wat een vertaling zou kunnen zijn. Schichtig is de beste, maar veronderstelt het zichtbaar zijn; als een spook van zichzelf misschien, maar toch zichtbaar. Wanneer heb ik Els het laatst gezien op straat? Bij de koffieshop of in de supermarkt?

In de tijd van de NSB-er, toen de bal nog wel eens in zijn tuin rolde vanaf de brandgang achter het ouderlijk huis, ging hij met vriendjes van school naar de de weilanden en de plassen van de eendenkooi met hengels en een schepnetje. For centuries on end…, nee, al eeuwen lang waren er verhalen over het stilterecht van de kooi, waaruit bleek dat het doden van jong broedsel belangrijker was dan de vrijheid van de dorpsbewoners. Op weg ernaartoe maakten de jongens elkaar bang met het idee van de bewaker, die ze nooit hadden gezien, en klommen over het hek. Een DC-9 vloog laag over op weg naar het vliegveld van de stad op een schitterende dag in de zomer, vroeg in de avond.

'Wat wil je nou vangen met je schepnet? ' zei de langste van de twee andere jongens tegen hem, 'De kikkervisjes zijn al kikkers geworden.' 'Ik zie wel wat ik kan vangen. En wat ga jij dan vangen?' 'Brasem natuurlijk, de plas zit er vol mee. Mijn vader heeft er hier een gevangen van vijf kilo, en spartelen dat tie deed! De lijn brak bijna.' Ze liepen verder en kwamen tussen de bomen in de eendenkooi. Verderop het pad schoot een fazant weg. Tussen de bomen rondom de plas hing dreigend het net waarmee de eenden werden gevangen. 'Dit is een goede stek', zei de kleinere en begon de lijn van zijn hengel los te maken.

In zijn eentje liep hij weg van de twee hengelaars tussen de bomen door naar het weiland erachter en het geluid van de kikkers. Waarom brullen kikkers?, vroeg hij zich af, nadat hij langs de sloot door het weiland was gaan zitten. Zouden ze zich gelukkig voelen? Of zouden ze een vrouwtje proberen te versieren? Wie het hardste brult vindt zeker de mooiste. Of zouden ze zich zo goed hebben verstopt dat geen vogel ze kan vinden, en brullen ze omdat ze iedereen die ze wil opeten te slim af zijn? Op televisie had hij de opgeblazen wangen van kikkers gezien, maar hier hoorde hij alleen het gekwaak en kon geen kikker ontwaren langs de kant van de sloot. Verderop stond een reiger. Zou hij ze kunnen ruiken? Of eten reigers alleen maar vis?

Hij stond op en besloot om te proberen er een te vangen met zijn schepnet en concentreerde zich op het geluid met de stok in de aanslag voor zich uit. Hij liep naar het gebrul, maar telkens als het geluid sterker werd stopte het ook. Hij kreeg nog steeds niets van de kikkers te zien. Alsof ze mij wel zien, ging door zijn hoofd. Hij probeerde het nog eens zonder schepnet, maar tevergeefs. Ze zien mij wel maar ik hen niet. Ik geef het maar op.

Tussen het weiland en de strak blauwe lucht was de horizon en de weg met de knotwilgen naar het dorp. Ver kon je daar niet kijken en achter elk weiland waren de huizen te zien of de snelweg. Had ik maar een auto, dan reed ik ver weg, alleen maar rechtdoor, totdat ik had gevonden wat ik zocht.
Door de bomen en struiken naderde hij de anderen. 'Je hebt zeker geprobeerd om een kikker te vangen met je schepnet.' zei de kleinere. 'Kikkers vang je niet zo. Je hebt een gaatje in je kop!' Ja, twee gaten, dacht de naamloze, een voor elk oog, maar zweeg. Een paar meeuwen krijsten in de lucht en de anderen staarden weer naar hun dobbers in het water niet ver uit de kant. 'Brasem bijt niet in dit aas. We moeten wat maden bij De Bruijn kopen als we weer gaan vissen.'

Zijn moeder groette hem en vroeg niet waar hij was geweest. Verder was het huis stil alsof het wilde dreigen met het rumoer van het thuiskomen van de anderen niet veel later. In zijn slaapkamer zocht hij in een boek naar een beschrijving van kikkers maar deed het boek weer weg omdat hij het al had gelezen. De volgende middag in de bibliotheek van het dorp vond hij een boek over amfibieën en begon te bladeren en te lezen. Kikkers hebben een kruinoog waarmee ze recht omhoog kijken, natuurlijk of er een ander dier is dat ze wil opeten, dacht hij, dus daarom kreeg ik ze niet te zien. Die beesten kunnen iets wat wij niet kunnen.

Els liep hem tegemoet aan de kant van de huizen langs een brede weg met stations van de metro en haltes van de tram. Ze zag hem en keek hem aan en begon druk te vertellen over haar behandelplan dat ze zelf had geschreven, en de rechter had het prima gevonden. 'Die psychiaters kunnen me wat. Die laat ik me niets vertellen!' Het gesprek was afgelopen en ze passeerden elkaar. De aanleiding om aan Els te denken was haar gebroken aura geweest.
1
Geschreven door Pieter Hoekstra
Gepubliceerd op: 9 nov 2021
1
35
1

Comments

  • 16 nov
  • 0
Wederom genoten van uw verhaal, komt u bij mijn verhalen ook eens snuffelen?
Ik ben u ook gaan volgen, volgt u mij terug? Dan missen we nooit meer elkaars verhalen.
Fijne avond!
  • 16 nov
0

Recente en relevant artikelen