Woudheuvel brandde?
Paniek greep Meester Boehoe bij de vederkeel, maar dat duurde maar een paar seconden. Hij duwde zich van de tak af en scheerde over de grond terwijl hij met zijn luidste stem kraste en schreeuwde: ‘Brand, Woudheuvel brandt, iedereen moet naar de open plaats!’
Half verdwaasd nog van de slaap kwamen de dieren uit hun slaapplaats. Rocky de Rat die juist de stad wou ingaan en Vads de pad op weg naar Donkerplas hadden het ook gehoord en spoedden zich heuvelopwaarts naar het sanctuarium, een rotsachtige verhoging waar het vuur hen niet zou kunnen grijpen. Het was een open plaats waar de meeste vergaderingen van de bewoners van Woudheuvel plaatsvonden.
Boehoe had een plan en vloog linea recta naar de familie Bever. Knaag, Zaag en Opa Raspje hadden hem al gehoord en zagen Meester Boehoe neerstrijken op de dichtstbijzijnde tak. “Jullie moeten de bomen aan de rand van de Donderplas rooien. Anders zijn we verloren!”
Meester Boehoe had de familie Bever aan het werk gezet. Hij hoopte alleen dat Knaag, Zaag en Opa Raspje nog op tijd waren. Hij was niet echt ‘Pluimvruchtig’, maar toen hij de warmte van de rook en vlammen voelde, bad hij toch vlug een schietgebedje.
"Onze Grote Eikelpluim, U die in de hoogte leeft en met ons in geest en gedachten bij ons bent op de grond, U die ons geleerd hebt om op tijd ons voedsel te zoeken en te sparen voor slechte tijden, bescherm ons met Uw wijsheid."
Niettegenstaande de intense en gemeende toon van zijn prevelend gebed, naderde de woeste brandhaard Donkerplas, de natuurlijke barrière, die de brand misschien kon tegenhouden. Waar was 'Onze Grote Eikelpluim' als je hem werkelijk nodig had?
Niemand had echter Rolf de Wolf in de gaten. Hij kwam als eerste boven op de open plaats in Woudheuvel aan en had de beste uitkijkpost boven op de grote rots. Niemand durfde hem deze plaats ontzeggen, laat staan dat ze ervoor zouden willen strijden met hem. Ze zouden toch alleen maar het onderspit delven. Hij was een echte krijger, die nooit opgaf en een dier waar niemand in Woudheuvel kon aan tippen.
Hij kon van kilometers afstand zijn prooi horen, ruiken en zijn ogen waren van de verst ziende uit heel het bos. Daarom ook wist hij nog voor Meester Boehoe alarm had geslagen, dat er iets niet in orde was in Woudheuvel. Van op het hoogste punt had hij gezien waar de vuurhaard begonnen was. Maar niet alleen dat, hij had ook gezien wie daarvoor verantwoordelijk was. Voor de eerste keer in zijn leven was Rolf bang.
© Rudi J.P. Lejaeghere
Comments
- 8 aug
- Hide replies (1)
1- 10 aug
0- 8 aug
- Hide replies (1)
1- 8 aug
0- 7 aug
- Hide replies (1)
1- 8 aug
0- 7 aug
- Hide replies (1)
2- 7 aug
0- 7 aug
- Hide replies (1)
1- 7 aug
0