Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Onrust over Donkerplas: Hoofdstuk 13

Wat als dieren konden spreken en gevoelens hadden, net zoals jij en ik? Dan is dit avontuur, een uit het dierenleven gegrepen verhaal.

Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 21 aug 2021
10
43
17
Afbeelding door Dalibor Perina via Unsplash
Kraker was zich van geen kwaad bewust. Eigenlijk was dit altijd het geval geweest. Zonder rekening te houden met de gevaarlijke situaties waar hij regelmatig in terechtkwam was Kraker waarschijnlijk de gelukkigste eekhoorn van Woudheuvel. Hij had toen hij op zijn hoofd was gevallen, een stukje geluk bij zijn ongeluk meegekregen dat hem regelmatig goed van pas kwam.

Hij was eens belaagd door een hond toen hij zich te dicht bij de stadsrand waagde. Hij had op dat moment die supermooie eikel opgemerkt. Deze had zo´n speciale vorm en kleur dat hij die moeilijk kon laten liggen. Nadat hij de vrucht bewerkt had in een mooi patroon, zou die perfect in zijn verzameling passen. Terwijl hij zich bukte om zijn schat op te rapen, was de hond toegesprongen.

Op die manier had het ondertussen kwijlende dier zich misrekend en was met zijn snoet tegen de boom, waaronder de eikel lag, gebotst. Pas toen het dier zich al jankend terugtrok, had Kraker hem bemerkt. “Kijk eens, Vriend Hond, wat een prachtexemplaar,” had hij gezegd. Kraker begreep echt niet waarom het dier zo weinig interesse vertoonde. Hij was toch beleefd geweest?

Meester Boehoe had hem een belangrijke taak gegeven. Eigenlijk was hij al een deel van zijn taak vergeten als hij eerlijk was tegen zichzelf, maar het bijzonderste wist hij nog. Vind de draak en… dan wist hij het niet meer. Hoe hard zijn hersenen ook kraakten, de rest was verdwenen. Kraker giste dat hij vriendjes moest worden met Vriend Draak, want zo noemde hij de vuurspuwer. Als hij zijn juiste naam wou uitspreken die met een F begon, bleef de naam steevast aan de eerste letter haperen tussen zijn twee grote voortanden. Kraker was pragmatisch en hield van gemakkelijke oplossingen. Zo werd het dus ´Vriend Draak´ waar Vriend voor zijn familienaam stond. Kraker kende veel vrienden.

Hij wist dat Vriend Draak een tamelijk grote omvang had, dus waren er niet zoveel plaatsen die in aanmerking kwamen voor een schuilplaats. Dicht bij de rand van Woudheuvel, aan de rotsen, was er een grottenstelsel waar hij dikwijls kleurige en glinsterende keitjes zocht voor zijn andere verzameling. Hij noemde het zijn verzameling ‘edele keien’. Hij had er zeker al een hele holle boom mee gevuld.

Het duurde niet lang voordat hij zijn toegang via een klein gaatje in de rotsblokken had gevonden. Alleen hij kende hier de weg. Toen zijn ogen wat aan de duisternis aangepast waren, vond hij dat het heel wat warmer was dan de vorige keer dat hij hier was. Hij volgde het warmtespoor en in een grot die hij nog niet had betreden. Toen zag hij dat er nog iemand de weg kende.

Vriend Draak lag ronkend te slapen op een hoop rotsblokken. Kraker vroeg zich af hoe zo’n kolos zich door zijn geheim klein toegangsgaatje had gewurmd. Op dat moment rolde een paar klein keitjes onder zijn eekhoornpootjes weg en Vriend Draak stopte direct met ronken. Kraker stoorde zich hier natuurlijk niet aan en vervolgde zijn weg. Kort daarna begon het gesnurk terug.

©Rudi J.P. Lejaeghere

10
Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 21 aug 2021
10
43
17

Comments

  • 2 sep
  • 0
Wat een mooi geschreven hoofdstuk!
  • 2 sep
0
  • 2 sep
  • 0
Mooi hoofdstuk!
  • 2 sep
0
  • 23 aug
  • 1
Weer graag gelezen Rudi!
  • 23 aug
1
  • 23 aug
  • 2
Misschien toch opgemerkt...
2
  • 23 aug
  • 0
Bedankt voor het bezoekje, Hans.
  • 23 aug
0
  • 23 aug
  • 2
Weer een mooi hoofdstuk.
2
  • 23 aug
  • 0
Bedankt, Sophia.

  • 23 aug
0
Laad meer

Recente en relevant artikelen