Prikkels en de zintuigen.
- Visie: het vermogen om licht – en kleurprikkels waar te nemen en te interpreteren.
- Horen: Het vermogen om geluid waar te nemen en te interpreteren.
- Reuk: Het vermogen om geuren te ruiken en te interpreteren.
- Smaak: Het gevoel dat de eigenschappen van voedsel en andere stoffen in de mond waarneemt en interpreteert.
- Gevoel: Het tactiele systeem waardoor aanraking, druk, pijn en temperatuur worden waargenomen en geïnterpreteerd.
- Evenwicht: Het vestibulaire systeem in het binnenoor dat de positie en de bewegingen van het hoofd waarneemt en interpreteert en waarmee men zich in ruimte en tijd kan oriënteren.
- Proprioceptie: Het systeem dat de toestand van de spieren in het lichaam waarneemt en interpreteert.
- Interoceptie: Het voelen wat er gebeurt binnen in je lichaam.
Wat gebeurt er in het brein?
Sensorische over - en ondergevoeligheid.
- Overreactiviteit: overdreven, snel optredende en/of langdurige reacties op sensorische prikkels.
- Onderreactiviteit: niet weten of vertraagde reacties op sensorische prikkels.
Sensorische problematiek bij autisme.
Overprikkeling signaleren als buitenstaander.
- Meer moeite met oogcontact maken dan normaal.
- De persoon maakt meer herhalende bewegingen dan normaal.
- De ademhaling is versneld of onregelmatig.
- De persoon is stiller dan normaal, of heeft moeite met woorden vinden.
- De persoon heeft moeite om een gesprek gaande te houden of geeft korte antwoorden.
- De persoon dekt de oren of ogen af met de handen, of doet de ogen dicht.
- De persoon heeft een starre blik, weinig gezichtsuitdrukking (staren) of maakt juist een vreemde gezichtsuitdrukking, of er is angst te zien op het gezicht.
- De persoon huilt of schreeuwt.
- De persoon houdt zich bezig met zelfbeschadigend gedrag, zoals knijpen, zich tegen het hoofd slaan, het hoofd tegen een muur stoten of zelfs automutilatie.
Extra tips om autistische personen te helpen met prikkels.
- Heeft de persoon met autisme last van overprikkeling? Laat diegene zich dan even terugtrekken. Het is erg fijn als daar een rustige ruimte voor is.
- Bestudeer de autistisch persoon wanneer het goed gaat. Zo heb je een beter referentiekader voor wanneer het even wat minder goed gaat.
- Vraag aan de autistisch persoon of er een signaleringsplan is. In dit plan staat waar iemand overprikkeld van wordt, hoe het zich kan uiten en wat je kunt doen in geval van overprikkeling.
- Zorg ervoor dat de basisbehoeften voorzien zijn: water, wat te eten of medicatie.
- Stel niet teveel vragen en laat de persoon vooral even bijkomen.
- Laat de persoon stimmen (= self stimulating behavior zoals wiegen, met de handen flapperen, tikken met de voeten etc). Dit gedrag zorgt ervoor dat opgebouwde spanning in het lichaam kan ontsnappen. Je kan hiervoor ook spullen zoals stressballen aanbieden.
Comments
- 24 mei
1- 24 mei
1- 19 mei
0- 18 mei
1