Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Prikkelgevoeligheid bij autisme.

Mensen met autisme zijn vaak gevoelig voor prikkels. In de laatste versie van de DSM staat dit ook aangegeven: “Over – of onderreageren op zintuigelijke prikkels of ongewone belangstelling voor zintuigelijke aspecten van de omgeving”. Veel autisten geven zelf ook aan dat prikkels één van de grootste pijnpunten kunnen zijn. Maar wat betekent dit nou precies voor het dagelijks leven?

Geschreven door Nikki Reijnders
Gepubliceerd op: 14 mei 2021
5
198
4
Afbeelding door Mathilde Langevin via Unsplash

Prikkels en de zintuigen.

Prikkels zijn (heel kort gezegd) informatie. Informatie vanuit de wereld komt binnen via onze zintuigen: organen die deze prikkels opvangen – zoals de vreselijke geur van de parfum van je man, de prachtige regenboog die je boven de daken ziet verschijnen of de rode chilipepers in de curry – en deze omzetten in elektrische signalen die via de zenuwen naar de hersenen worden gestuurd. Wanneer die signalen ons bewustzijn binnendringen, ontstaat er een waarneming.

De klassieke zintuigen, zoals ooit beschreven door Aristoteles, zijn de vijf zintuigen waarmee we bewuste waarnemingen kunnen doen. Dus zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Maar er zijn ook belangrijke zintuigen waar mensen zich vaak minder bewust van zijn. Daarom gebruiken veel wetenschappers nu liever een andere, wat bredere classificatie. Meestal worden er nu acht zintuigen onderscheiden:
  • Visie: het vermogen om licht – en kleurprikkels waar te nemen en te interpreteren.
  • Horen: Het vermogen om geluid waar te nemen en te interpreteren.
  • Reuk: Het vermogen om geuren te ruiken en te interpreteren.
  • Smaak: Het gevoel dat de eigenschappen van voedsel en andere stoffen in de mond waarneemt en interpreteert.
  • Gevoel: Het tactiele systeem waardoor aanraking, druk, pijn en temperatuur worden waargenomen en geïnterpreteerd.
  • Evenwicht: Het vestibulaire systeem in het binnenoor dat de positie en de bewegingen van het hoofd waarneemt en interpreteert en waarmee men zich in ruimte en tijd kan oriënteren.
  • Proprioceptie: Het systeem dat de toestand van de spieren in het lichaam waarneemt en interpreteert.
  • Interoceptie: Het voelen wat er gebeurt binnen in je lichaam.

Wat gebeurt er in het brein?

Elk zintuig is uniek. Maar toch delen ze basiskenmerken en overeenkomsten in structuur en functie. Ze maken allemaal gebruik van hetzelfde neurale plan waarbij het zintuig de prikkels (zoals licht, geluid of druk) omzet in elektrische impulsen die via bundels zenuwvezels naar de hersenen worden getransporteerd.

Sensorische gegevens gaan over het algemeen naar de thalamus. De thalamus is een schakelstation dat boven op de hersenstam ligt, en vanuit daar worden ze naar hun eigen speciale gebied in de cortex gedirigeerd. Vanuit deze primaire cortex kunnen de prikkels grote en diverse hersengebieden bereiken. Zo kan een geur bijvoorbeeld intense emoties oproepen doordat er directe verbindingen met het limbisch systeem aanwezig zijn.

Om ervoor te zorgen dat mensen kunnen overleven in hun omgeving, moeten de zintuigen zeer responsief zijn - op signalen die zo zwak zijn als een enkel foton van licht of een molecuul van een stofje in de lucht - en tegelijkertijd selectief genoeg om informatie te filteren zodat niet alles direct de aandacht krijgt.

Door stimulatie van een receptor cel (bijv. licht op het netvlies of geluid op het trommelvlies) komt doorgaans een eiwit vrij dat een biochemische reactie van boodschapper- en energie dragende moleculen start die elektrische ladingen in een neuron genereren, waardoor deze afvuurt.

Zelf zijn sensaties erg vluchtig: ze blijven soms enkele seconden, en soms zelfs nog korter, in het geheugen zitten. Het proces waarbij onze hersenen deze inkomende gegevens verwerken en begrijpen heet perceptie. Hierbij worden het geheugen, emotie en cognitie gemengd om zo tot een ervaring te komen.

Perceptie werkt op een bijzondere manier. Bepaalde hersengebieden reageren namelijk niet alleen op sensorische informatie, maar ze conditioneren deze ook actief. Zo remmen ze bijvoorbeeld irrelevante input af en vullen andere input weer aan. Dit zorgt ervoor dat je op een luidruchtig feest alsnog een gesprek kunt volgen. Dit komt doordat deze hersengebieden fragmenten aanvullen. In dit geval worden er woorden gemaakt van gedeeltelijke geluiden.

Maar hoe zit dat nou met het autistische brein? Want het bovenstaande is wat er in principe bij iedereen gebeurt. Er zijn nieuwe onderzoeken geweest, waaruit blijkt dat het autistische brein overmatig veel verbindingen tussen neuronen heeft. We worden namelijk allemaal geboren met een teveel aan synapsen, ook wel neuronenpaden genoemd. In de loop van de kindertijd verdwijnt normaal gesproken het overschot, datgene dat niet gebruikt wordt.

Nu blijkt het zo te zijn dat autisten dat overschot aan neuronenpaden niet kwijt raken. En waar het neurotypische brein een mooi netwerk heeft met “snelwegen”, hebben autisten er vaak een hoop “olifantenpaadjes”, “landweggetjes” en “doodlopende wegen”. Oftewel, het is er een stuk chaotischer.

Hierdoor komt het dus dat het soms wat langer kan duren voordat informatie verwerkt wordt: het moet namelijk over een stuk weg waar je niet zo hard kunt rijden en waar misschien ook wat kuilen liggen. Maar het kan ook zo zijn dat bijvoorbeeld sensorische prikkels sneller en harder aankomen doordat ze gebruik maken van een neuronenpad dat als short-cut dient. Een bekend voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld misofonie.

Sensorische over - en ondergevoeligheid.

Veel autisten hebben dus problemen met de verwerking van zintuiglijke prikkels: schattingen lopen uiteen van ongeveer 70 – 97%. Hoe groter de sensorische hinderingen, hoe drastischer mensen hun autisme ervaren.

Mensen met autisme merken vaak een overgevoeligheid en/of onder gevoeligheid voor prikkels op. En dit heeft alles te maken met modulatie. Er worden twee soorten modulatiestoornissen onderscheiden:
  • Overreactiviteit: overdreven, snel optredende en/of langdurige reacties op sensorische prikkels.
  • Onderreactiviteit: niet weten of vertraagde reacties op sensorische prikkels.
Autisten met sensorische overgevoeligheid kunnen paniekgevoelens en fysieke pijn ervaren bij bijvoorbeeld het aanhoren van harde muziek. Autisten met sensorische ondergevoeligheid kunnen bijvoorbeeld juist een zeer hoge pijndrempel hebben. Maar om de één of andere reden vond ik in mijn onderzoek de meeste informatie over sensorische overgevoeligheid. In mijn eigen geval is dit ook één van de grotere problemen.

Zintuiglijke overgevoeligheid is iets dat problemen kan veroorzaken op school, werk of bij andere sociale verplichtingen. Dat komt omdat het erg moeilijk is je te focussen wanneer je hoofd continu bezig is met prikkelverwerking. En dan heb ik het nu vooral gehad over sensorische prikkels vanuit de buitenwereld, maar er is ook zoiets als interne overstimulatie.

Hierbij kun je denken aan het ervaren van sociaal-emotionele stress, prestatiedruk, angsten of andere zorgen. Al deze factoren maken het erg moeilijk om je concentratie te behouden. Je hoofd krijgt constante input en krijgt niet de kans om dit op het gemak te verwerken.

Sensorische problematiek bij autisme.

De meeste mensen denken dat zintuiglijke problemen over angst gaan. Dit is in feite onjuist. Het is niet dat de persoon bang is voor, laten we zeggen, het geluid van de stofzuiger, het veroorzaakt gewoonweg fysieke pijn. Als je een autistisch persoon in een fMRI plaatst en ze blootstelt aan een van hun sensorische problemen, zal je zien dat de pijncentra oplichten.

Maar waarom is het een probleem dat mensen denken dat het allemaal om angst gaat? Omdat de meeste mensen angst beschouwen als iets dat overwonnen kan worden. Ze kijken daardoor vaak neer op mensen die zich door angst laten beheersen. Een ander punt is dat dé manier om angst te overwinnen blootstellingstherapie is. Als het echter pijn is en geen angst, verlam je jezelf alleen door de pijn. Dat is over het algemeen niet de beste manier om met dingen om te gaan.

Dus, als iemand autistisch is, moet je onthouden dat de sensorische problemen een onderdeel zijn van hoe de hersenen werken en hoe de neuronen werken. Je kunt jezelf er niet uit laten komen. En als je niet autistisch bent, wijs de sensorische problemen van mensen dan niet zo luchtig af. Het veroorzaakt pijn, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel.


Overprikkeling signaleren als buitenstaander.

Als partner, vriend, collega of familielid kun je een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van overprikkeling bij iemand met een autistisch brein. Veel autisten hebben zelf namelijk soms te laat door dat ze overprikkeld raken. Overprikkeling kan zich op verschillende manieren uiten:
  • Meer moeite met oogcontact maken dan normaal.
  • De persoon maakt meer herhalende bewegingen dan normaal.
  • De ademhaling is versneld of onregelmatig.
  • De persoon is stiller dan normaal, of heeft moeite met woorden vinden.
  • De persoon heeft moeite om een gesprek gaande te houden of geeft korte antwoorden.
  • De persoon dekt de oren of ogen af met de handen, of doet de ogen dicht.
  • De persoon heeft een starre blik, weinig gezichtsuitdrukking (staren) of maakt juist een vreemde gezichtsuitdrukking, of er is angst te zien op het gezicht.
  • De persoon huilt of schreeuwt.
  • De persoon houdt zich bezig met zelfbeschadigend gedrag, zoals knijpen, zich tegen het hoofd slaan, het hoofd tegen een muur stoten of zelfs automutilatie.
Dit is uiteraard geen uitputtende lijst en de meeste autistische mensen zullen niet aan alle criteria voldoen als ze overprikkeld zijn.

De beste manier om te weten wanneer een autistische persoon overprikkeld is, is door aandacht te besteden aan hun specifieke gedragingen en neigingen. Zijn er bewegingen die vaak vooraf lijken te gaan aan overprikkeling? Is er een bepaald muziekvolume waarbij ze altijd de oren bedekken? Als je weet hoe ze er gewoonlijk uitzien en weet hoe ze zich uitdrukken als ze overprikkeld zijn, ben je beter uitgerust om te helpen.

Het is een goede vuistregel om aandacht te schenken aan autistische mensen in situaties waarvan je weet dat ze waarschijnlijk overweldigd zullen zijn. Als het lijkt alsof het even niet zo lekker gaat, vraag dan of ze overweldigd zijn. Als ze ja antwoorden, of als ze niet mobiel zijn en geen antwoord kunnen geven, doe dan je best om ze uit de situatie te halen.

Als ze je vertellen dat ze in orde zijn, geloof ze dan en laat ze weten dat als ze overweldigd raken, je graag ergens anders met ze naartoe gaat. Mensen met autisme willen meestal niet worden behandeld alsof ze dingen niet kunnen, maar ze waarderen het te weten dat andere mensen op ze letten als ze het moeilijk hebben om met hun omgeving om te gaan.

Extra tips om autistische personen te helpen met prikkels.

  • Heeft de persoon met autisme last van overprikkeling? Laat diegene zich dan even terugtrekken. Het is erg fijn als daar een rustige ruimte voor is.
  • Bestudeer de autistisch persoon wanneer het goed gaat. Zo heb je een beter referentiekader voor wanneer het even wat minder goed gaat.
  • Vraag aan de autistisch persoon of er een signaleringsplan is. In dit plan staat waar iemand overprikkeld van wordt, hoe het zich kan uiten en wat je kunt doen in geval van overprikkeling.
  • Zorg ervoor dat de basisbehoeften voorzien zijn: water, wat te eten of medicatie.
  • Stel niet teveel vragen en laat de persoon vooral even bijkomen.
  • Laat de persoon stimmen (= self stimulating behavior zoals wiegen, met de handen flapperen, tikken met de voeten etc). Dit gedrag zorgt ervoor dat opgebouwde spanning in het lichaam kan ontsnappen. Je kan hiervoor ook spullen zoals stressballen aanbieden.
5
Geschreven door Nikki Reijnders
Gepubliceerd op: 14 mei 2021
5
198
4

Comments

  • 24 mei
  • 1
Bedankt! Dit is een zeer nuttig artikel waarvan ik de kennis ook kan gaan toepassen. Heel erg bedankt
  • 24 mei
1
  • 24 mei
  • 1
Je hebt precies omschreven wat ik elke dag meemaak. Anderen raken vaak geïrriteerd dat ik de hele dag oordopjes draag, maar vaak luister ik nieteens muziek. Het helpt me om te focussen, en ik hoop dat door artikelen zoals deze meer mensen leren hoe veel het betekent als er aan onze belevenissen wordt gedacht.
  • 24 mei
1
  • 19 mei
  • 0
Bedankt voor het compliment Sophia!
Liefs, Nikki (bezig met het diagnose-traject haha)
  • 19 mei
0
  • 18 mei
  • 1
ik heb hier ook vaak last van, ik raak gevult met een soort storm vanbinnen die steeds maar blijft opstapelen. Het is dan zeer lastig om rustig te blijven, ookal wil ik dat wel. Wanneer ik me dan niet snel genoeg in stilte terugtrek... Kan dit leiden, bij mij tot een paniekaanval.
Het is fantastisch dat je mensen hiermee op de hoogte stelt!
Mooi geschreven, ik ga je volgen.
Gr. Sophia. MCDD. ; )
  • 18 mei
1

Recente en relevant artikelen