Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Ten Huize Pistoni: Hoofdstuk 16

Huizen hebben een geschiedenis die geëtst is in hun stenen, die uitgeademd wordt uit hun voegen, die je enkel maar kan kennen en proeven als je binnenkomt.

Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 2 aug 2021
10
115
17
Afbeelding door Victor Chaidez via Unsplash

De blauwe geest

Nadat ik mijn kleren had aangedaan, ging ik stap voor stap, de grot verder in. Ik was mij bewust van mijn kwetsbaarheid en voelde me alleen zonder mijn vrienden. Ik zag dat zowel de grond als wanden hier minder ruw waren. Geen pulserende aderen of karkasachtige monsterbalken. De wanden blonken zelfs in de weerschijn van het vuur. Toen ik de opening in de grot naderde voelde ik een koele stroom lucht over mijn gezicht glijden. Ik kreeg kippenvel. Niet alleen vanwege de luchtroom, maar de hele situatie was zo ongelooflijk en tevens gevaarlijk, dat mijn lichaam daarop reageerde. Ik stapte door de opening en zag… niets. In de kleinere grotkamer die aan de ruimte paalde die ik had doorwandeld, zat er niemand. Een blauw lichtschijnsel dat golfde door de kamer was de oorzaak van het flakkerend vuur dat ik door de opening had gezien. Het blauwe vuur voelde koud aan, het tegenovergestelde van het geelrode vuur dat ik uit onze wereld kende.

Ik reikte met mijn hand toen een sliert blauw licht langs gleed. Terstond trok ik mijn hand terug en zag dat er zich ijs op mijn hand had gevormd. Het voelde heel vreemd aan maar zeker niet gevaarlijk. Nog niet. Een gewaarschuwde Thomas telde minstens voor twee, dacht ik bij mezelf. Toch bleef ik stokstijf stil staan toen ik haar stem hoorde. “Kom je me helpen? Of ben je een hulpje van Armand? Ik zal hem nooit meer liefhebben, nooit meer, wat hij ook belooft.” Mijn hoofd draaide in alle richtingen maar ik zag niets. “Wie ben jij, ik ben een….” Mijn stem stokte even. Ik dacht dat dit, met de enkele woorden die ik gehoord had, zeker geen handlanger van Pistoni of Baël kon zijn. “Ik ben een vriend van Josy, de dochter van Pistoni,” reageerde ik. Ik hoopte dat ik hiermee mijn doodvonnis niet had getekend. “Josy is zijn dochter niet. Dat is ze nooit geweest en dat zal ze nooit zijn… waar ze ook is.” De stem klonk eerst boos maar bij de laatste woorden brak haar stem en begon ze te wenen. Eerst zag ik alleen maar de tranen, maar in het blauwe vuur kreeg een gestalte vorm. Het was dit van een oudere vrouw. Ze was gekleed in een klederdracht die ik niet herkende en haar gezicht was niettegenstaande haar jaren nog heel mooi. Als jonge vrouw moest zij een echte schoonheid zijn geweest. Ze kon niet anders dan een geest zijn, want ik kon gewoon door haar kijken en de wand van de kleinere grotkamer zien. “Wie bent u, mevrouw?” probeerde ik na een poosje. “Mijn naam is Thomas en ik probeer met mijn vrienden Josy te bevrijden uit haar gevangenis.” De vrouw stopte direct met wenen en keek me vragend aan. “Josy, mijn dochter, waar is ze? Is ze hier ergens… gevangen zeg je? Dan heeft die Armand gewonnen. Maar ja, hij heeft de hulp van dat demonencreatuur Baël. Het zou me niet mogen verwonderen.” Ze begon weer te wenen.

“Als je zegt dat zij je dochter is, dan…?” Ik had direct de link gelegd naar de vrouw van de burgemeester die ooit een kind had gekregen. Josy was die dochter, die Pistoni verkeerdelijk als de zijne had beschouwd. Deze vrouw was ooit in een ver verleden de minnares van Pistoni geweest. Pistoni had met het verkeerde idee in zijn hoofd gelopen, dat Josy zijn kind was en haar laten ontvoeren. Ik begreep zonder verdere uitleg dat deze vrouw heel wat verdriet had. “Ben je ook een gevangene van Pistoni?” vroeg ik met weifelende stem. “Het is mijn eigen schuld eigenlijk. Toen mijn dochter ontvoerd was, verloor ik elke zin in het leven. Ik zag het nut niet in om verder te…,” haar woorden gingen over in een stil gesnik. Tranen liepen over haar wangen. Ze moest haar zin niet vervolledigen. Ik wist wat ze bedoelde. “Heeft Pistoni je na je dood dan… gevangen?” De blauwe dame droogde haar tranen en schudde haar hoofd. “Het is die demon Baël die hem beschermt en zijn wensen vervult. Armand vroeg mijn ziel aan Baël. wat hij ervoor in de plaats heeft moeten inleveren, weet ik niet. Maar plots was ik zijn gevangene.” Ik keek radeloos rond mij en zag toen toch iets dat mij verheugde. Aan de verste kant van de kamer lagen twee kleine bootjes, meer kano’s eigenlijk met een aantal peddels. Die zouden misschien van pas kunnen komen als ik terug naar mijn vrienden wou. Een zorg minder, maar dat maakte mijn problemen daarom niet eenvoudiger. “Josy kan bevrijd worden uit haar gevangenis,” probeerde ik haar moed in te spreken. “Ik heb het handje van de ballerina nodig uit de muziekdoos. Maar ik heb echt geen idee waar ik moet zoeken.” De vrouw keek me van onder haar lange wimpers aan terwijl ze de laatste tranen van haar hand wegveegde met haar hand. “Wij, ik en mijn man de burgemeester, hebben haar die muziekdoos gegeven. Het stond naast haar wiegje toen ze werd ontvoerd. De ontvoerder, Armand Pistoni heeft het met haar meegenomen. Ik had het gekocht van een oude zigeuner die langskwam in ons dorp. Het zou haar beschermen, beweerde hij. Niet dus.” Het was alsof ze weer zou beginnen wenen, maar ze keek plots weer op met heel wat levendiger ogen dan voorheen. “Je zegt dat het handje je kan helpen? Zou een reservehandje ook kunnen helpen? De zigeuner gaf mij een aantal reservestukjes omdat deze kleine dingetjes het eerst breken. Die handjes en voetjes, beweerde hij, waren heel breekbaar en toch zo waardevol. Zou hij dat bedoeld hebben? Ik heb ze altijd apart bij mij gehouden en deze waren dus gelukkig niet gestolen.” Ik wist niet of dit hetzelfde zou zijn. Maar als ze dezelfde oorsprong hadden als de ballerina en de muziekdoos, misschien hielp het wel degelijk. “Maar Mevrouw, hoe kan jij mij, ik bedoel je bent toch een g….” Ik wou geest zeggen, maar wist niet hoe ze zou reageren en stokte in mijn zin. “Niet meer gebonden aan een lichaam, “ probeerde ik het dan maar hopend dat ze mij zou begrijpen.
“Liefdevolle voorwerpen vinden altijd hun gulle gever terug, Thomas.” Ik dacht aan mijn kruisje dat ik opgeofferd had aan Baël. Ze zocht even in haar kleed en zei: “Open je hand!” Haar hand golfde over mijn open uitgestoken hand en uit de lucht viel een klein handje in mijn handpalm. Het zag er wazig uit en het voelde koud aan, heel koud zelf. Heel gauw nam het mijn lichaamstemperatuur aan en tegelijkertijd kon ik het handje daarmee beter onderscheiden. Tot een aantal minuten later het zo tastbaar was als mijn eigen hand waarin het lag.

“Ik geef het je omdat ik voel en zie dat je mijn dochter wil helpen, Thomas. Als je haar vindt, zeg haar dat het handje ons tweeën weer bij elkaar zal brengen. Ik hoop dat het haar uit haar gevangenis helpt, ik hoop het van harte, maar kan het niet garanderen.” Ze keek nu angstig. Net als ik durfde ze bijna niet te hopen dan het plan zou werken. De krachten die ons tegenwerkten waren heel sterk en slim. “Hoe geraak ik weer bij mijn vrienden,” zei ik terwijl ik het handje goed opborg in mijn broekzak. “Kan ik deze kano’s gebruiken, maar hoe geraak ik stroomopwaarts en over de waterval?” “Ik kan je niet verder helpen dan de waterval, daar is de grens van mijn eigen gevangenis. Maar tot daar kan ik je samen met de kano’s brengen, dan is het aan jou.” ‘Maar hoe gaan we daar geraken, het is toch hoog en u bent een g…geest,” durfde ik nu toch zeggen. “Och gewoon, Thomas, geloof me maar,” antwoordde ze geheimzinnig met een flauwe glimlach om de lippen. “ We gaan een eindje vliegen.”

©Rudi J.P. Lejaeghere
29/07/21

10
Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 2 aug 2021
10
115
17

Comments

  • 16 aug
  • 1
Natuurlijk, vliegen, what else, espresso hadden ze daar niet achter die waterval
1
  • 17 aug
  • 0
Haaha, leuk gezegd. Bedankt, Dana.
  • 17 aug
0
  • 3 aug
  • 0
Eindje vliegen... ben benieuwd waarheen. Goed geschreven weer Rudi!
  • 3 aug
0
  • 2 aug
  • 1
Spannenddd..!
1
  • 2 aug
  • 0
Dank je wel, Noa, voor het bezoek en de waardering.
  • 2 aug
0
  • 2 aug
  • 1
Nu weer vliegen, wat een avontuur.
1
  • 2 aug
  • 0
Inderdaad een groot avontuur voor onze vier vrienden. Bedankt om even langs te komen, Mrs Wood.
  • 2 aug
0
  • 2 aug
  • 1
Hoe komt u aan uw inspiratie? Ik ga meestal uit van de flow van het verhaal en ik heb al een ruwe schets over hoe ik de achtergrond van de karakters voor me zie...
1
  • 2 aug
  • 0
Ik lees heel veel en daardoor krijg je inderdaad heel wat inspiratie. Het verhaal spint zich wel in mijn hoofd uit in hoofdzaak, maar op papier werk ik dan de details verder uit. Wat personages betreft is er meedtal een protagonist met een of meerdere medespelers die in conflict komen met het hoofdpersonage, soms ook helpers zijn van dit personage.
  • 2 aug
0
Laad meer

Recente en relevant artikelen