Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis, die zich vaak kenmerkt door communicatieproblemen. Zeker bij lichtere vormen van autisme wordt de stoornis vaak niet meteen herkend. Intelligente kinderen ontdekken vaak zelf hoe ze met hun autisme om moeten gaan en vallen daardoor niet direct op in het klaslokaal of thuis. Terwijl deze kinderen vaak wel hulp en begeleiding nodig hebben om hun talenten te kunnen ontwikkelen. Hieronder volgen een aantal tips voor de omgang met deze kinderen, zodat ze niet ondanks hun autisme, maar juist met hun autisme het beste uit zichzelf kunnen halen.
1-Wees duidelijk, en wees eerlijk
Kinderen met autisme hebben vaak moeite met nonverbale communicatie en spreektaal. Ze kunnen in de war raken wanneer iemands lichaamstaal niet overeenkomt met wat er gezegd wordt. Het verschilt per kind of het mogelijk is om af en toe spreekwoorden te gebruiken of deze helemaal te vermijden, en hier zal dan ook een inschatting in gemaakt moeten worden. Zorg er in ieder geval voor dat het kind begrepen heeft wat er gezegd wordt. De makkelijkste manier om dit te doen is door het gewoon aan het kind te vragen. Wees gewoon eerlijk tegen het kind.
2- Vraag, luister, en vraag opnieuw
Voor een kind met autisme kan het lastig zijn om zijn of haar gedachten onder woorden te brengen en een mening te geven. Hierdoor voelen ze zich soms niet gehoord, terwijl ze wel hele goede ideeën kunnen hebben. Ze zijn slim, creatief en zien de wereld vaak op een heel eigenzinnige manier. Het is zonde om niet naar deze talenten te luisteren. Vraag daarom zo nu en dan hoe het kind ergens over denkt, laat het kind meedoen in discussies, en stimuleer hem of haar om een eigen mening te hebben. Laat het kind niet alleen antwoorden geven en vertellen, maar luister ook daadwerkelijk goed naar wat er gezegd wordt. Het kan voor kinderen met autisme soms eng zijn om te spreken en dan is er niets zo erg als wanneer er niet geluisterd wordt. Let er wel op dat het antwoord dat gegeven wordt niet altijd het antwoord is dat het kind eigenlijk wilde geven. Soms kunnen kinderen sociaal gewenste antwoorden geven of kan het zijn dat de vraag niet goed begrepen wordt. Vraag iets daarom soms gewoon opnieuw en geef het kind tijd om over de vraag na te denken en een antwoord te geven. Zeker als het gaat om belangrijke vragen, zoals hoe het kind zich voelt.
3- Neem pauze
De prikkelgevoeligheid van kinderen met autisme kan er soms voor zorgen dat ze overprikkeld raken. Op zo'n moment gebeurt er gewoon te veel en heeft het geen zin om het kind te pushen om nog meer te doen. Door de overprikkeling kan het kind zich niet meer concentreren, waardoor er geen werk meer gedaan wordt. Dit heeft geen zin en kan erg stressvol zijn voor het kind. Beter is om dan pauze in te lassen. Hoe lang deze pauze moet duren hangt van het kind en van de situatie af. Onder schooltijd kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor een korte pauze van 5 minuutjes waarin het kind even naar buiten gaat om op te laden. Wanneer het kind al een aantal dagen moe is en snel overprikkeld raakt is het soms geen slecht idee om hem of haar gewoon even een dagje thuis te houden van school of de naschoolse activiteiten een keer te annuleren. Kinderen met autisme hebben net als ieder ander behoefte aan sociale activiteiten, maar hebben daarna ook tijd voor zichzelf nodig om weer tot rust te komen.
De belangrijkste tip die ik kan geven is praat met het kind, en stimuleer het kind om ook met u te praten. Stel vragen en probeer het kind er zelf achter te laten komen wanneer hij of zij even tijd voor zichzelf nodig heeft. Kinderen met autisme hebben net als iedereen gewoon behoeft aan een ouder of begeleider die naar ze luistert en ze de tijd en ruimte geeft om zichzelf te zijn. Vraag wat zij belangrijk vinden en wat ze zelf willen en help hen om dit goed te verwoorden.
