In dat veel te donkere steegje bespeurde ik hem.
Die grote brede man, ik was verschrikkelijk bang.
Een uit marmer gebeitelde tronie ontsierde hem.
Onverschilligheid kon ik spelen, maar niet zo lang.
Hij leek erg recht op me af te komen, al was dat schijn.
Gelukkig, want ik zag eventjes het einde van mijn zijn.
Ik stapte enigszins gerustgesteld verder naar mijn flat.
Verder schoof ik uit over een bananenschil ik viel plat.
Na tien dagen mocht ik het ziekenhuis reeds verlaten.
Totaal hersteld zag ik hem op café, we konden praten.
© Joris 01 2022
Liefde achter het masker, hoofdstuk 6: Vermoeden van de verhulde ruiter
Een niet zo onschuldig liefdes verhaal om bij weg te dromen.
Comments
- 9 jan
1