Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Vliegen

over vliegtuig nemen en zo...

Geschreven door Yves Goudket
Gepubliceerd op: 25 juni 2023
0
18
0
VLIEGEN Ik en mijn vrouwtje gaan vaak op vakantie als we tijd hebben, en tijd hebben we want we zijn beiden ongeschikt om nog te werken, namelijk gepensioneerd. Dus tijd zat. En als we op vakantie gaan nemen we het vliegtuig. Heerlijk ! Je komt enkele uren voor je vlucht vertrekt aan in de luchthaven. Het krioelt er van mensen in alle kleuren en maten en in alle maten en kleuren en ook zijn er grote en kleine en dikke en dunne, als dit laatste nog gezegd mag worden in onze ‘zieke’ woke maatschappij… Het eerste wat je moet doen, wanneer je de luchthaven binnen wil, is om te proberen door de draaideur te geraken met twee koffers. Haast onmogelijk. Als je na enkele rondjes er bijna uitraakt stopt die rotdeur. Om dan eensklaps en plotsklaps weerom te beginnen draaien en hup, na een rondje of vijf ben je aan de andere kant beland. En het lijkt of je dronken bent. Dan moet je je naar ‘departures’ ofte vertrek begeven. Na een kilometer of vijf stappen in Zaventem en een slalom door de winkels komt je aan de controleposten. Mensen staan in de rij, te zuchten en te zeuren. Net zoals ik… Na een uur komt je aan de lopende band alwaar je je spullen in grote plastiek bakken gooit, een medewerker der controle zegt ‘ good morning, computers en tablets separate please, watches out, phones and belt also please’. Ik luister naar hem maar vraag me af waarom die flapdrol ‘Engels’ spreekt. Ik begin mezelf een beetje op te winden en dat gebeurt vaker als ik in een luchthaven in de rat race val. Een beetje over mijn toeren trek ik mijn riem uit mijn broek, bijna zakt mijn broek af, ik kijk rond, een oud mannetje heeft het gezien en grijnst,en ik begin nog meer opgewonden te raken. Gelukkig ben ik kwiek en kan ik nog net met mijn andere hand mijn broek op zijn plaats houden. Onze spullen glijden intussen een tunneltje in waar ze gescreend worden om te zien of er geen bommen, granaten, zwaarden, steekmessen, lansen,raketten, revolvers, bazooka’s en ander speelgoed zich bevindt in onze bagage. Een meneer doet teken dat ik door de screendeur mag komen. Ik doe dat en iets begint te piepen. De man komt direct naar me toe en steekt zo’n scan-ding tussen mijn benen en onder mijn armen terwijl fronsend met zijn wenkbrauwen. Vele mensen kijken me aan alsof ik een misdadiger ben. Ogen rollen. Ogen loensen. Ogen loeren. Ik word nog een beetje meer opgedraaid. De man zegt me te volgen naar het einde van de band, waar onze spullen liggen. “Zijn dat uw spullen meneer ?” zegt de man wijzend op onze koffers. Ik knik en voel het bloed naar mijn hoofd stijgen. “Oké, sorry, maar we zullen een controle moeten doen van Uw koffer!”zegt de mens. Het verbaast me dat deze man dan weer Nederlands spreekt. De man naast hem spreekt Arabisch en verder hoor ik nog talen als Swahili,siamees,Frans,Duits,Hebreeuws,Joegoeslavisch, Zoeloes en Antwerps. De scanman vraagt of ik mijn koffer wil openen. Ik kijk kwaad naar mijn eega. Ze knikt en kijkt me aan met ogen die zeggen ‘doe het nu maar, laat je niet opdraaien’. Ik knik naar de scanman. Ik open de rits van de koffer en klap het kofferdeksel open. De man pakt er een onderbroek van me uit en houdt ze in zijn handen naar het licht, duizenden mensen lijken mee te kijken naar mijn geel gestreepte onderbroek, dan pakt hij mijn sokken, die oranje, er uit en houdt ze ook naar het licht, dan neemt hij mijn bijbel er uit en bladert er in… Ik voel me een beetje ziek en zenuwachtig en kwaad en vernederd. Een scanvrouwtje komt er bij en wrijft me een speciaal instrument over mijn spullen, mijn onderbroek inbegrepen. Ik vraag me af of ze daar een kick van krijgen. Ze gaat met het instrument naar een apparaat en steekt het in een opening ervan. Er komt even later een papiertje uit het ding. Ze bekijkt het en knikt dan. “oké meneer, U mag alles weer meenemen”. Boos gooi ik alles terug in mijn koffer en terwijl ik de rits wil toedoen raakt mijn onderbroek vast. Ik trek van links naar rechts en van boven naar onder en op en neer. De rits zit zo vast als een blok beton. Ik blijf er aan trekken en plots schiet de rits verder. “Zo, die is dicht!” zeg ik. Tot ik zie dat er tussen de rits een stukje onderbroek zit. Mijn vrouw ziet het ook en kijkt me met haar ‘wat doe je nou weer ‘-ogen aan. Ik negeer want dat kan ik goed. Ik neem de plastiek bakken van de rolband en zet ze wat verder op een tafeltje. Eerst doe ik mijn riem om. Dan mijn horloge. Dan steek ik mijn laptop, tablet en gsm weer terug in hun respectievelijke tassen. Duizenden mensen mompelen. Duizenden mensen trekken hun riemen aan, maken plastic bakken leeg, vloeken, babbelen. Dan begint heel de meute, als mieren in een mierennest, zich naar de vertrekhal te begeven. Koffers rollen over de gepolijste vloeren, mensen lachen of huilen. Kinderen schreeuwen. Kinderen roepen. Uiteindelijk komt je aan de plek waar je moet inschepen. Niet in een boot maar in een vliegtuig uiteraard. Waarom ze dat woord inschepen gebruiken weet ik niet. Invliegen zou m.i. beter zijn. Daar aan die plek staan honderden mensen, te telefoneren, babbelen, lachen, ongeduldig wordend op een hoopje bij elkaar. Naar buiten kijken waar vliegtuigen aan en af vliegen als bijen uit hun nest. En ja hoor na drie uur op de luchthaven mag je uiteindelijk naar het vliegtuig gaan. Na één kilometer buiten te hebben gewandeld stap je de steile trap op. Je puft en hijgt. De koffers wegen. De beenspieren pijnlijk. De mensen schuifelen het vliegtuig in. De koffiemadammen en koffieheren aka stewards en stewardessen zeggen breedlachende en ongeïnteresseerd goedendag tegen iedereen die voorbij schuifelt. Dan is het weer wachten… Een oude man slaagt er niet in om zijn handbagage in de laadruimte boven de stoelen te hijsen. Een jongeman helpt en de ouweling knikt dank u . Bijna zijn we aan onze plek gekomen. Maar net voor ons staat een dikke man met een buik als een glascontainer en die schuifelt naar de stoel tegen het raam. Uiteraard waar wij moeten naast zitten… Mijn vrouw zet zich naast hem en kan maar net zijn vette buik ontwijken. Hij knikt. Ik zet me aan de buitenkant tegen het gangpad. Zodat ik mijn lange benen af en te kan uitstrekken. Ik draai eerst dat kleine aircoknopje open en richt het op mijn verfomfaaid gezicht. Ik kalmeer een beetje en leun achterover. Een ander man naast me duwt , terwijl hij zijn bagage in de bagageruimte zet, bijna zijn achterwerk tegen mijn gezicht. Ik proest. Ik kuch. Dan zet hij zich aan de andere kant van het gangpad. Mensen schuifelen verder het vliegtuig in. Ik zit met mijn knieën tegen de stoel voor me geperst. Mijn nek en rug en benen doen nu al pijn. Maar we zitten. Gelukkig maar. Na drie kwartier zit ieder op zijn plek. De koffiemensen lopen in hun uniformen door het gangpad. Stoelen moeten rechtop gezet worden, tafeltje toe. Gordels aan. Ik kijk wat rond. Wat een boel vreemde mensen zitten er weeral op dit vliegtuig. Mannen met gekke baarden en snorren, mannen met oorbellen en oordopjes. Mannen met petten en vrouwen met dikke…….. Kinderen met verbiedende ouders. Tieners met hoodies op en verdwaalde blik. Tientallen zitten op hun gsm te kijken. Dan stelt de piloot zich voor via de intercom. “Hi ladies and gentlemen, welcome to flight 7887, I am your pilot for today, Franciscus Failure, your co pilot is Eduard Vanoverdesteenweg and head of our stewards is mister John Docon. In a few minutes we will leave the airport direction Spain. The weather in Spain is very good, more than 25 degrees and sunny. We will arrive in Alicante around five o’clock. We hope you’ll enjoy the flight !” Dat herhaalt hij in 34 talen. Even later wordt de ik motor gestart en klinkt het geluid van de oppersteward door de intercom. “Goedendag beste mensen, ik ben John Docon en Uw hulp op deze vlucht, Bianca, Birgit en Elke zullen me daarbij bijstaan. Graag wil ik U nog melden dat dit een niet -rokersvlucht is en dat er in de toiletten rookmelders hangen. Wanneer we veilig zijn opgestegen zullen wij langskomen met drank en eten, snacks en cocktails en andere dingen zoals koffie of thee. U kan later eventueel tegen voordelige prijzen, parfums, horloges en bijoes kopen tegen voordelige prijzen. Wij wensen U een aangename vlucht”. Ik kan het bijna niet houden van blijdschap. Voordelige prijzen ? Ik kijk net in het boekje dat zich voor me bevindt. En wat zie ik. Een kinderuurwerkje dat je in Lidl voor 5 euro kan kopen kost nu 59 euro. Een schande. Ik steek het boekje terug en kijk kwaad richting Bianca, die intussen uitlegt wat je moet doen bij een crash. Daar kijk ik sowieso al niet naar. Je moet zogezegd voor je crasht, het lichaam buigen naar voren. Dat gaat niet, ik zit dan met mijn hoofd tegen die stoel geklemd en op die manier zou je overleven ? Ik geloof er geen snars van. Ik mag al blij zijn dat mijn geklemde knieën tegen de stoel voor me niet gebroken zijn voor we landen ! Het vliegtuig taxiet de startbaan op. Ik kijk uit het raampje. Voorbij vetbuik kan ik nog net zien dat het regent. Dan schakelt de piloot een versnelling hoger en gaan we de lucht in. Eve voel ik me duizelig door de luchtdruk maar een minuut later zweven we boven de wolken. En dan begint het circus. De crew ofte bemanning begint door het gangpad te gaan met karretjes vol drank en chips en broodjes en nootjes en chips en nog meer koffie en thee. Ik trek mijn voeten onder mijn stoel want het zou niet de eerste keer zijn dat ze met hun karretje tegen mijn eksteroog rijden. Ik wring mijn knie terug tussen de stoel. Mensen bestellen eten en drinken alsof ze aan hun laatste maaltijd bezig zijn. Ik niet. Ik heb in de luchthaven al een hamburger met friet gegeten. En een maxicola. Als het karretje na een half uur voorbij schuift moet ik naar het toilet. Ik hijs me recht en stoot met mijn hoofd tegen de bagageruimte. Ik vraag me af waarom ze die vliegtuigjes zo klein maken. Ik vloek binnensmonds. Ik stap richting toilet. Er zit iemand op verdorie, langs beide kanten. En net op dat moment komt het koffievrouwtje terug gerold met haar karretje. Ik maak mezelf zo dun mogelijk door in te ademen maar ze kan niet voorbij. Net op dat moment klapt de deur van het toilet tegen mijn rug. Een oude dame mompelt iets en ze schuifelt weer naar haar plek. Ik wring me in het piepkleine toiletje en sluit de deur. De oude dame heeft gisteren bonen gegeten denk ik, ik ruik het. Ik plaats mijn hoofd tegen de schuine wand. Trekt de toiletbril naar boven en dan probeer ik met mijn edele delen wat voorover te buigen. Moeizaam trek ik de ritssluiting open en los de lading. Het vliegtuig schommelt en er valt ietwat op mijn broek. Ik vloek. Met veel gewring doe ik mijn broek weer dicht en draai ik me om en zie een spiegel voor me. Verdorie, ik zie er niet gelukkig uit. Ik draai het piepkleine waterkraantje open en blijkt dat de waterstraal recht naar mij spuit, het water valt op mijn broek en t -shirt. Kloddernat ben ik. Ik draai het onding dicht. Wil wat papier nemen maar er zit geen papier meer in het bakje. Zo goed als ik kan wring ik mijn natte kledij uit en open ik de kleine deur weer. Een jonge deerne staat te wachten om binnen te gaan. Ze kijkt me aan en lacht met mijn natte kledij. Ik snel naar mijn plek. Honderden ogen kijken me aan, monden lachen en grijnslachen. Ik ben vernederd en beschaamd. Ik zet me neer en mijn vrouwtje kijkt me met ‘wat heb je nu weer uitgespookt’-ogen aan. Niks zeg ik. Ze schudt haar hoofd. Ik neem mijn gsm en speel een spelletje tetris of angry birds of monopoly of ganzenbord. Voor ik het besef zegt de piloot dat we weldra gaan landen. Ik doe de veiligheidsgordel om en steek alles weg. Even later zijn we geland. Na een half uur rechtopstaand te wachten omdat mensen zo traag hun koffers uit de bagageruimte pakken, stappen we de trap af. De warmte geeft me vleugels, niet de Redbull van die reklame ,want daarvan krijg ik hartklachten en buikkrampen en verschrikkelijke hoofdpijn. Even later wandelen we met zijn allen de luchthaven van Alicante in. We verlaten  later de luchthaven en wachten op de mensen die ons oppikken . Wanneer ze aankomen, stappen we in hun koele wagen. Ze vragen of we een goede vlucht hebben gehad. Mijn vrouw zegt dat het een van de beste en leukste vluchten was die we ooit hadden meegemaakt. Ik tuur stilzwijgend naar buiten en kook...
© yvespfgoudket. Dit werk blijft te allen tijde eigendom van de auteur. Zonder zijn/haar toestemming mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen.
Nota:
VLIEGEN Ik en mijn vrouwtje gaan vaak op vakantie als we tijd hebben, en tijd hebben we want we zijn beiden ongeschikt om nog te werken, namelijk gepensioneerd. Dus tijd zat. En als we op vakantie gaan nemen we het vliegtuig. Heerlijk ! Je komt enkele uren voor je vlucht vertrekt aan in de luchthaven. Het krioelt er van mensen in alle kleuren en maten en in alle maten en kleuren en ook zijn er grote en kleine en dikke en dunne, als dit laatste nog gezegd mag worden in onze ‘zieke’ woke maatschappij… Het eerste wat je moet doen, wanneer je de luchthaven binnen wil, is om te proberen door de draaideur te geraken met twee koffers. Haast onmogelijk. Als je na enkele rondjes er bijna uitraakt stopt die rotdeur. Om dan eensklaps en plotsklaps weerom te beginnen draaien en hup, na een rondje of vijf ben je aan de andere kant beland. En het lijkt of je dronken bent. Dan moet je je naar ‘departures’ ofte vertrek begeven. Na een kilometer of vijf stappen in Zaventem en een slalom door de winkels komt je aan de controleposten. Mensen staan in de rij, te zuchten en te zeuren. Net zoals ik… Na een uur komt je aan de lopende band alwaar je je spullen in grote plastiek bakken gooit, een medewerker der controle zegt ‘ good morning, computers en tablets separate please, watches out, phones and belt also please’. Ik luister naar hem maar vraag me af waarom die flapdrol ‘Engels’ spreekt. Ik begin mezelf een beetje op te winden en dat gebeurt vaker als ik in een luchthaven in de rat race val. Een beetje over mijn toeren trek ik mijn riem uit mijn broek, bijna zakt mijn broek af, ik kijk rond, een oud mannetje heeft het gezien en grijnst,en ik begin nog meer opgewonden te raken. Gelukkig ben ik kwiek en kan ik nog net met mijn andere hand mijn broek op zijn plaats houden. Onze spullen glijden intussen een tunneltje in waar ze gescreend worden om te zien of er geen bommen, granaten, zwaarden, steekmessen, lansen,raketten, revolvers, bazooka’s en ander speelgoed zich bevindt in onze bagage. Een meneer doet teken dat ik door de screendeur mag komen. Ik doe dat en iets begint te piepen. De man komt direct naar me toe en steekt zo’n scan-ding tussen mijn benen en onder mijn armen terwijl fronsend met zijn wenkbrauwen. Vele mensen kijken me aan alsof ik een misdadiger ben. Ogen rollen. Ogen loensen. Ogen loeren. Ik word nog een beetje meer opgedraaid. De man zegt me te volgen naar het einde van de band, waar onze spullen liggen. “Zijn dat uw spullen meneer ?” zegt de man wijzend op onze koffers. Ik knik en voel het bloed naar mijn hoofd stijgen. “Oké, sorry, maar we zullen een controle moeten doen van Uw koffer!”zegt de mens. Het verbaast me dat deze man dan weer Nederlands spreekt. De man naast hem spreekt Arabisch en verder hoor ik nog talen als Swahili,siamees,Frans,Duits,Hebreeuws,Joegoeslavisch, Zoeloes en Antwerps. De scanman vraagt of ik mijn koffer wil openen. Ik kijk kwaad naar mijn eega. Ze knikt en kijkt me aan met ogen die zeggen ‘doe het nu maar, laat je niet opdraaien’. Ik knik naar de scanman. Ik open de rits van de koffer en klap het kofferdeksel open. De man pakt er een onderbroek van me uit en houdt ze in zijn handen naar het licht, duizenden mensen lijken mee te kijken naar mijn geel gestreepte onderbroek, dan pakt hij mijn sokken, die oranje, er uit en houdt ze ook naar het licht, dan neemt hij mijn bijbel er uit en bladert er in… Ik voel me een beetje ziek en zenuwachtig en kwaad en vernederd. Een scanvrouwtje komt er bij en wrijft me een speciaal instrument over mijn spullen, mijn onderbroek inbegrepen. Ik vraag me af of ze daar een kick van krijgen. Ze gaat met het instrument naar een apparaat en steekt het in een opening ervan. Er komt even later een papiertje uit het ding. Ze bekijkt het en knikt dan. “oké meneer, U mag alles weer meenemen”. Boos gooi ik alles terug in mijn koffer en terwijl ik de rits wil toedoen raakt mijn onderbroek vast. Ik trek van links naar rechts en van boven naar onder en op en neer. De rits zit zo vast als een blok beton. Ik blijf er aan trekken en plots schiet de rits verder. “Zo, die is dicht!” zeg ik. Tot ik zie dat er tussen de rits een stukje onderbroek zit. Mijn vrouw ziet het ook en kijkt me met haar ‘wat doe je nou weer ‘-ogen aan. Ik negeer want dat kan ik goed. Ik neem de plastiek bakken van de rolband en zet ze wat verder op een tafeltje. Eerst doe ik mijn riem om. Dan mijn horloge. Dan steek ik mijn laptop, tablet en gsm weer terug in hun respectievelijke tassen. Duizenden mensen mompelen. Duizenden mensen trekken hun riemen aan, maken plastic bakken leeg, vloeken, babbelen. Dan begint heel de meute, als mieren in een mierennest, zich naar de vertrekhal te begeven. Koffers rollen over de gepolijste vloeren, mensen lachen of huilen. Kinderen schreeuwen. Kinderen roepen. Uiteindelijk komt je aan de plek waar je moet inschepen. Niet in een boot maar in een vliegtuig uiteraard. Waarom ze dat woord inschepen gebruiken weet ik niet. Invliegen zou m.i. beter zijn. Daar aan die plek staan honderden mensen, te telefoneren, babbelen, lachen, ongeduldig wordend op een hoopje bij elkaar. Naar buiten kijken waar vliegtuigen aan en af vliegen als bijen uit hun nest. En ja hoor na drie uur op de luchthaven mag je uiteindelijk naar het vliegtuig gaan. Na één kilometer buiten te hebben gewandeld stap je de steile trap op. Je puft en hijgt. De koffers wegen. De beenspieren pijnlijk. De mensen schuifelen het vliegtuig in. De koffiemadammen en koffieheren aka stewards en stewardessen zeggen breedlachende en ongeïnteresseerd goedendag tegen iedereen die voorbij schuifelt. Dan is het weer wachten… Een oude man slaagt er niet in om zijn handbagage in de laadruimte boven de stoelen te hijsen. Een jongeman helpt en de ouweling knikt dank u . Bijna zijn we aan onze plek gekomen. Maar net voor ons staat een dikke man met een buik als een glascontainer en die schuifelt naar de stoel tegen het raam. Uiteraard waar wij moeten naast zitten… Mijn vrouw zet zich naast hem en kan maar net zijn vette buik ontwijken. Hij knikt. Ik zet me aan de buitenkant tegen het gangpad. Zodat ik mijn lange benen af en te kan uitstrekken. Ik draai eerst dat kleine aircoknopje open en richt het op mijn verfomfaaid gezicht. Ik kalmeer een beetje en leun achterover. Een ander man naast me duwt , terwijl hij zijn bagage in de bagageruimte zet, bijna zijn achterwerk tegen mijn gezicht. Ik proest. Ik kuch. Dan zet hij zich aan de andere kant van het gangpad. Mensen schuifelen verder het vliegtuig in. Ik zit met mijn knieën tegen de stoel voor me geperst. Mijn nek en rug en benen doen nu al pijn. Maar we zitten. Gelukkig maar. Na drie kwartier zit ieder op zijn plek. De koffiemensen lopen in hun uniformen door het gangpad. Stoelen moeten rechtop gezet worden, tafeltje toe. Gordels aan. Ik kijk wat rond. Wat een boel vreemde mensen zitten er weeral op dit vliegtuig. Mannen met gekke baarden en snorren, mannen met oorbellen en oordopjes. Mannen met petten en vrouwen met dikke…….. Kinderen met verbiedende ouders. Tieners met hoodies op en verdwaalde blik. Tientallen zitten op hun gsm te kijken. Dan stelt de piloot zich voor via de intercom. “Hi ladies and gentlemen, welcome to flight 7887, I am your pilot for today, Franciscus Failure, your co pilot is Eduard Vanoverdesteenweg and head of our stewards is mister John Docon. In a few minutes we will leave the airport direction Spain. The weather in Spain is very good, more than 25 degrees and sunny. We will arrive in Alicante around five o’clock. We hope you’ll enjoy the flight !” Dat herhaalt hij in 34 talen. Even later wordt de ik motor gestart en klinkt het geluid van de oppersteward door de intercom. “Goedendag beste mensen, ik ben John Docon en Uw hulp op deze vlucht, Bianca, Birgit en Elke zullen me daarbij bijstaan. Graag wil ik U nog melden dat dit een niet -rokersvlucht is en dat er in de toiletten rookmelders hangen. Wanneer we veilig zijn opgestegen zullen wij langskomen met drank en eten, snacks en cocktails en andere dingen zoals koffie of thee. U kan later eventueel tegen voordelige prijzen, parfums, horloges en bijoes kopen tegen voordelige prijzen. Wij wensen U een aangename vlucht”. Ik kan het bijna niet houden van blijdschap. Voordelige prijzen ? Ik kijk net in het boekje dat zich voor me bevindt. En wat zie ik. Een kinderuurwerkje dat je in Lidl voor 5 euro kan kopen kost nu 59 euro. Een schande. Ik steek het boekje terug en kijk kwaad richting Bianca, die intussen uitlegt wat je moet doen bij een crash. Daar kijk ik sowieso al niet naar. Je moet zogezegd voor je crasht, het lichaam buigen naar voren. Dat gaat niet, ik zit dan met mijn hoofd tegen die stoel geklemd en op die manier zou je overleven ? Ik geloof er geen snars van. Ik mag al blij zijn dat mijn geklemde knieën tegen de stoel voor me niet gebroken zijn voor we landen ! Het vliegtuig taxiet de startbaan op. Ik kijk uit het raampje. Voorbij vetbuik kan ik nog net zien dat het regent. Dan schakelt de piloot een versnelling hoger en gaan we de lucht in. Eve voel ik me duizelig door de luchtdruk maar een minuut later zweven we boven de wolken. En dan begint het circus. De crew ofte bemanning begint door het gangpad te gaan met karretjes vol drank en chips en broodjes en nootjes en chips en nog meer koffie en thee. Ik trek mijn voeten onder mijn stoel want het zou niet de eerste keer zijn dat ze met hun karretje tegen mijn eksteroog rijden. Ik wring mijn knie terug tussen de stoel. Mensen bestellen eten en drinken alsof ze aan hun laatste maaltijd bezig zijn. Ik niet. Ik heb in de luchthaven al een hamburger met friet gegeten. En een maxicola. Als het karretje na een half uur voorbij schuift moet ik naar het toilet. Ik hijs me recht en stoot met mijn hoofd tegen de bagageruimte. Ik vraag me af waarom ze die vliegtuigjes zo klein maken. Ik vloek binnensmonds. Ik stap richting toilet. Er zit iemand op verdorie, langs beide kanten. En net op dat moment komt het koffievrouwtje terug gerold met haar karretje. Ik maak mezelf zo dun mogelijk door in te ademen maar ze kan niet voorbij. Net op dat moment klapt de deur van het toilet tegen mijn rug. Een oude dame mompelt iets en ze schuifelt weer naar haar plek. Ik wring me in het piepkleine toiletje en sluit de deur. De oude dame heeft gisteren bonen gegeten denk ik, ik ruik het. Ik plaats mijn hoofd tegen de schuine wand. Trekt de toiletbril naar boven en dan probeer ik met mijn edele delen wat voorover te buigen. Moeizaam trek ik de ritssluiting open en los de lading. Het vliegtuig schommelt en er valt ietwat op mijn broek. Ik vloek. Met veel gewring doe ik mijn broek weer dicht en draai ik me om en zie een spiegel voor me. Verdorie, ik zie er niet gelukkig uit. Ik draai het piepkleine waterkraantje open en blijkt dat de waterstraal recht naar mij spuit, het water valt op mijn broek en t -shirt. Kloddernat ben ik. Ik draai het onding dicht. Wil wat papier nemen maar er zit geen papier meer in het bakje. Zo goed als ik kan wring ik mijn natte kledij uit en open ik de kleine deur weer. Een jonge deerne staat te wachten om binnen te gaan. Ze kijkt me aan en lacht met mijn natte kledij. Ik snel naar mijn plek. Honderden ogen kijken me aan, monden lachen en grijnslachen. Ik ben vernederd en beschaamd. Ik zet me neer en mijn vrouwtje kijkt me met ‘wat heb je nu weer uitgespookt’-ogen aan. Niks zeg ik. Ze schudt haar hoofd. Ik neem mijn gsm en speel een spelletje tetris of angry birds of monopoly of ganzenbord. Voor ik het besef zegt de piloot dat we weldra gaan landen. Ik doe de veiligheidsgordel om en steek alles weg. Even later zijn we geland. Na een half uur rechtopstaand te wachten omdat mensen zo traag hun koffers uit de bagageruimte pakken, stappen we de trap af. De warmte geeft me vleugels, niet de Redbull van die reklame ,want daarvan krijg ik hartklachten en buikkrampen en verschrikkelijke hoofdpijn. Even later wandelen we met zijn allen de luchthaven van Alicante in. We verlaten  later de luchthaven en wachten op de mensen die ons oppikken . Wanneer ze aankomen, stappen we in hun koele wagen. Ze vragen of we een goede vlucht hebben gehad. Mijn vrouw zegt dat het een van de beste en leukste vluchten was die we ooit hadden meegemaakt. Ik tuur stilzwijgend naar buiten en kook...
© yvespfgoudket. Dit werk blijft te allen tijde eigendom van de auteur. Zonder zijn/haar toestemming mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen.
0
Geschreven door Yves Goudket
Gepubliceerd op: 25 juni 2023
0
18
0

Recente en relevant artikelen