Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Boek nu jouw quarantaine-safari-in-eigen-tuin!

Zonnebril op, kopje koffie, e-reader binnen handbereik. Toch maar even lange mouwen aangetrokken. Want een tuin op het oosten zit precies vanaf 14u volop in schaduw. Ik zit heerlijk. Hmm... nog even genieten van de zonnestraaltjes op mijn gezicht.

Geschreven door Cherry Tales
Geschreven op: 18 juli 2020
Gepubliceerd op: 6 mei 2021
0
12
0
Afbeelding door Hu Chen via Unsplash
Zonnebril op, kopje koffie, e-reader binnen handbereik. Toch maar even lange mouwen aangetrokken. Want een tuin op het oosten zit precies vanaf 14u volop in schaduw. Ik zit heerlijk. Hmm... nog even genieten van de zonnestraaltjes op mijn gezicht.

Warrrrffff.... wooeefff.... warrrfff. Die enge Engelse staffords van twee deuren verder hebben het even moeilijk in de kennel van één bij twee meter. Deze dagen gaan ze er wat minder vaker uit dan gebruikelijk. Dat vinden ze niet lek en dat laten ze duidelijk merken met hun gegrom en geblaf. Altijd leuk met honden die altijd vol energie zitten.

Onze schuifpui, die nodig geolied worden geolied, wordt met een harde en scherpe piep open geschoven.
“Mam, wat ben je aan het doen? “
“Ik zit in de tuin.”
“Waarom?”
“Omdat dat lekker is.”
“Is het warm?”
“Nee, niet echt. Kom je er anders gezellig even bij?”
“Nee.”

De geluiden om me heen worden zachter en zachter ik doezel een beetje weg. Het geluid van vogeltjes maakt me altijd rustig. Dat heerlijke vrolijke gekwetter. Als je goed luistert kan je haast horen dat ze tegen elkaar praten. Zulke fijne geluidjes. Maar nu lijkt het of ze steeds wat harder praten en… het lijkt wel of ze wat minder vriendelijker tegen elkaar doen. Als ik met één oog open en één dichtgeknepen om me heen kijk zie ik daar… een haan. Nee joh, zeg ik tegen mezelf. Ja, toch wel. Serieus, een haan. Op de schutting. En hij maakt geen schattige kwetter geluiden. Zijn gekraai klinkt alsof hij bang en in paniek is. De andere vogels vinden hem maar raar en kwetteren hard terug.

Ik ben nog stomverbaasd de haan aan het bekijken als er aan de deur wordt geklopt. Een vader met zoon (tenminste dat neem ik aan) verschijnen in de deuropening. De zoon is wat langer dan zijn vader en heeft dat slungelachtig, dat zo typisch bij een tiener hoort. In zijn handen draagt hij een reismand, zoals je die voor honden en katten hebt. “Hi, wij wonen achter jullie en ik geloof dat onze haan bij jullie is. Mogen wij even naar jullie tuin om hem te vangen?”, vraagt de zoon, net iets dicht in mijn aura als hij al aanstalten doet om de gang in te stappen. Ik zit al vijf weken in Corona-modus en antwoord bits: “Dat is goed, maar graag even wat afstand.”. En al Tetriss-end begeleid ik hen naar de tuin. “Goh, een haan, zo in een woonwijk. Dat zie je niet zo vaak.” “Dat klopt,” zegt de vader. “Leek ons wel geinig, zo voor de jongens. Ze hebben nu zo weinig vertier. We hebben hem sinds vanochtend.” “Tuurlijk”, denk ik (niet hardop), ik zeg niks. Maar mijn zwijgen zegt boekdelen aan het gezicht van de vader te zien. Op het moment dat ze de haan willen vangen, vliegt hij geschrokken op, van het tuinhek naar de volgende schutting, twee huizen verder. Ha. De tuin met de Staffords, dat is te horen. De haan wordt met een enorm kabaal verwelkomd. “Succes, mannen!,” zeg ik met een knipoog. “Dat zullen jullie nodig hebben”, denk ik erbij. Enigszins verhit lopen ze naar het huis van de buurman met zijn vriendelijke viervoeters.

Ik schuif mijn kuipstoeltje iets meer in het (inmiddels verschoven) zonnetje om verder te genieten. Ik laat me nog steeds niet gek maken. Niet door de discussie die ik onze buurmannen twee huizen verder hoor maken, te samen met het gekraai van de bange haan en geblaf van de opgefokte honden. Ik laat me ook niet gek maken door het geluid van een schuurmachine. Ach, zeg ik tegen mezelf, er moet ook geklust worden. Ik ben nog steeds zen en kijk rond in ons schattige tuintje. Toch nog gezellig gemaakt met tulpjes en narcissen. Vanochtend de ramen en schuifpui gezeemd, de lakens en dekbedden hangen aan het balkon. Tevreden sluit ik mijn ogen.

Er steekt een windje op en het geluid van de schuurmachines (ja, inmiddels meervoud) wordt steeds wat luider. Mijn neus begint te kriebelen, waardoor ik spontaan een aantal achterelkaar moet niezen. Als ik mijn ogen weer op zie ik allemaal rood-bruine mini stofdeeltjes en zaagsel de tuin in waaien. Zo tegen de schone ramen en witte was aan.

Dat was geloof ik het spannendste wat ik vandaag zal meemaken, bedenk ik me. Wie heeft een dure en exotische vakantie nodig? Een avontuurlijke corona-quarantaine-safari, gewoon in de achtertuin. Ik voel me dankbaar en nederig als ik de piepende schuifpui achter me dicht trek.
0
Geschreven door Cherry Tales
Geschreven op: 18 juli 2020
Gepubliceerd op: 6 mei 2021
0
12
0

Recente en relevant artikelen