Als een lied
In de donkere nacht,
Het zachte tikken
op de pannen van het dak
Het slaperig ritme
van zijn vingers
van rikketik
op mijn slaapkamerraam
Speel nu een dans
van zwiepen en zwaaien,
Van weggaan en keren,
Van gieren en waaien,
De druppels als tranen op glas
Van groei in de wortels
Van struiken en bomen
In de vergroening
Van de sprieten van het gras
Laat me zweven op de nevel
Van je vele geluiden
Op je klatering van water
Op je plenzen van het nat
Als ik morgen dan
Weer fris en monter ontwaak
Ben jij aan de einder bijna verdwenen
Ik zie je nog aan de natte stenen
Op het pad.
© Rudi J.P. Lejaeghere
Comments
- 21 okt
0- 18 okt
0- 14 okt
0- 14 okt
0- 14 okt
0