De zomer gestikt in een mist
van lucht, te dik voor de keel.
In de nevelen verdronken,
waar Avalon haar nooit liet zien.
Daar zwemmen dieren door de mist,
waar zij vergat te vissen.
Naar dromen voor haar diadeem,
haar kind slaapt slechter door de stilte.
Een moeder ontwaakt,
aan de oever van de hemel.
Zonder poort of wachter,
zonder trap terug.
De wolken draaien door,
in verf niet te bevangen.
Haar hoofd neigt naar het niets,
haar kind, kouder in de sluiers.
Een stap, haar val,
tussen moeders messen door.
Gevangen door de vlammen,
een wieg in de branding.
Comments
- 6 juni
- Hide replies (1)
0- 8 juni
0- 5 juni
- Hide replies (1)
0- 8 juni
0- 5 juni
- Hide replies (1)
0- 8 juni
0- 5 juni
- Hide replies (1)
0- 8 juni
0