Naar de rode buizen in de speeltuin,
Vroeger had u al geklommen,
Met papa wel meters hoog gevlogen,
Nu was het tijd voor mij om te leren,
Dat je cashewnoten met twee tegelijk at.
Later besefte ik me dat dat niet was,
Omdat de ene noot anders eenzaam rond zou zwemmen,
Dat met iedere zoutkorrel die u at u dichter bij uw eigen dood kwam,
Dat u alles deed om te genieten,
De smaak van het leven toch te kunnen proeven.
Later zongen we samen,
In de talen van uw herinneringen,
Liederen die u al jaren kende,
Die uw leven vertelde.
Die dag in het ziekenhuis,
Lieten wij u nog een laatste keer,
De klanken van het leven horen.
Nu zing ik in stilte,
En toch heel luid,
Om de klanken van ons leven te laten weerklinken:
“lo sai che i papaveri son alti, alti, alti,
E tu sei piccolina, e tu sei piccolina”.

papaver
Comments
- 8 juli
0- 7 juli
0