Bloemen in d'r haren
Zij durft te denken
Dat haar schoonheid
Niet valt te verklaren
Ze steekt haar kop
Haar ziel in de regen
Je kan wel in de weg staan
Maar je houdt d'r echt niet tegen
Ze aaide elke zwarte kat
En smeet elke spiegel aan scherven
Bij elke boomstam op haar pad
Moest ze daar haar naam in kerven
Ze wist de slaap nooit te vangen
Die lag in haar achterhoofd verankert
Naar zoete dromen moest ze verlangen
Terwijl ze weer een nacht verkankert
Zij is de zwaarste stilte in de stad
Een van die scherpe stenen zacht
Ik raak verdwaald in de leegte die ik aanbad
Als zij ook maar even naar mij lacht
Zij hoeft geen bloemen op haar graf
Zij neemt daar geen genoegen mee
Noem het liefde noem het laf
Haar ziel dwaalt verder op zee
Een keer toch nog onder de zeilen
dan vaar ik je naar woester water
Tegen de golven valt niet te dweilen
Maar dat is een zorg voor later
Comments
- 15 juni
0- 14 juni
0- 14 juni
0