Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Kirre Knorrepot en het raadseltje van Wollie Wolf

Dit is een passage uit een opdracht die ik heb moeten maken voor de cursus korte verhalen en romans schrijven van de NTI, waar ik een kinderverhaal mocht bedenken.

Geschreven door Bram Wijnholt
Gepubliceerd op: 24 juni 2021
6
70
7
Afbeelding ter illustratie. Bron: pinterest.com
Afbeelding ter illustratie. Bron: pinterest.com
…‘Weet je dit nou wel zeker?’ vroeg Knorre slaperig. Ze wreef met haar pootjes door haar vermoeide ogen die eigenlijk veel liever weer dicht zouden gaan. Kirre stond nu naast haar bedje, want zo hadden ze dat vanmiddag afgesproken. Met voorzichtige stapjes was hij naar de kamer van zijn zusje geslopen. Niemand had hem de trap op horen sluipen, want vader en moeder waren luid aan het snurken. Soms hoorde Kirre vader praten, want dan was hij een beetje aan het dromen. ‘Ik vind het eigenlijk best spannend,’ gaf Knorre eerlijk toe. Kirre werd een beetje ongeduldig en gooide de deken van zijn zusjes bed af. ‘Kom op, Knorre. Eén keertje maar,’ fluisterde hij zachtjes. Zijn zusje zuchtte en pakte haar jasje dat moeder voor haar gemaakt had. Lekker warm, met van dat wol waar je je heerlijk in kan verstoppen. Zachtjes slopen ze de trap af. Vader was nu niet meer aan het kletsen in zijn slaap en het gesnurk was ook opgehouden. Heel voorzichtig gingen ze stapje voor stapje de trap af. Sommige treden kraakten heel erg en wanneer dit gebeurde hielden Kirre en Knorre elkaar van schrik stevig vast. Ze luisterden. Het was muisstil. Nu hadden ze nog nooit van een stille muis gehoord, want deze kleine diertjes piepten meestal alles bij elkaar.
Samen maakten de biggetjes de deur open. Met kleine pasjes, linkerpoot, rechterpoot, en dan weer linkerpoot, slopen ze naar het riviertje. Het gras kietelde tussen de tenen van Kirre. Hij moest er van grinniken. Het biggetje keek zijn zusje na, die nu sneller richting de rivier liep. ‘Knorre! Blijf bij me in de buurt!’ riep hij. Het gehuil van de wolven galmden door het Beukenbos. Kirre trappelde richting zijn zusje en botste toen luid tegen iemand aan. ‘Knorre, kijk toch uit waar je loopt,’ zei hij knorrig. Het kleine wezentje waartegen Kirre was op gebotst bleef op de grond liggen. Toen hij het overeind wilde helpen deinsde hij terug. De arm of poot van dit wezentje was harig. Hij kreeg er kriebels van in zijn buik. Het diertje gromde ook een beetje, iets wat varkentjes nooit zouden doen. Langzaam stond het wezentje op. ‘Niet bang zijn!’ zei hij zachtjes. Hij stak zijn harige pootje uit. ‘J-j-je b-bent een w-w-wolf,’ zei Kirre rillerig. Knorre hield zich ondertussen schuil achter een grote beuk. Ze had het wolfje aan zien komen sluipen en was toen achter een grote boom gaan staan. ‘Nou, een wolf ben ik pas als ik wat groter ben. Ik ben een wolfje. Wollie Wolf om precies te zijn!’ Kirre stak nu ook voorzichtig zijn poot uit. ‘Ga je me niet opeten?’ vroeg hij nog zo bang als hij was. ‘Ik niet. Roep het andere biggetje er ook maar bij. Ik had haar al snel door. Ze staat daar, achter die boom.’ Wollie wees naar een hele grote beuk, waar een klein varkentje verschrikt weer achter sprong. ‘Knorre, kom! Dit is Wollie. Hij doet ons geen kwaad!’

Onder het licht van de maan stonden nu twee biggetjes en een wolfje. ‘Jullie moeten mij helpen. Ik eet jullie inderdaad niet op, maar mijn vader en moeder misschien wel.’ Kirre en Knorre hielden elkaar beet, tegen de kou maar ook omdat ze een beetje bang waren. ‘Nu kunnen we dit stoppen. Met één varkenshaartje kan ik van alle wolven van het bos vriendelijke dieren maken, net als jullie.’ Kirre voelde op zijn kruin. Zijn bruine haartjes dansten vrolijk in de wind. Wollie wees naar het bruggetje. ‘Alle wolven zijn nu hier, aan de kant van de varkentjes. Als we snel zijn kunnen we het vanavond nog doen. En via dat bruggetje kunnen we naar de wolvenkant.’
Bij het bruggetje, waar normaal gesproken een grote wolf zat om te kijken wie er passeerde, zat nu helemaal niemand. Langzaam slopen de drie diertjes erover heen en zetten hun pootjes in de aarde van het wolvenwoud. Volgens Wollie stond er middenin het woud een klein huisje waar vroeger oude spreuken werden opgelezen. ‘Een haartje,’ zei Wollie. Kirre deed zijn kleine petje af en boog zijn kop. Met zijn scherpe klauwtje pakte Wollie een haartje van de kruin van Kirre. Beheerst deed hij deze in zijn jasje. ‘Wat was de spreuk ook alweer,’ vroeg Knorre. Het wolfje dacht even na en zei toen het volgende: Waar wolf en big tezamen zijn, is het vanaf vandaag de dag enkel fijn. Een wolf eet een big nimmer op, geen varkentje dat zich in de avond meer verstopt. Wollie wees naar een klein huisje waar de rook uit de schoorsteen met slierten naar buiten ging. ‘Daar is het!’ zei hij zacht…

Bram Wijnholt

6
Geschreven door Bram Wijnholt
Gepubliceerd op: 24 juni 2021
6
70
7

Comments

  • 31 juli
  • 0
Leuk geschreven. Kom je bij mij ook op de koffie?
  • 31 juli
0
  • 24 juni
  • 1
Leuk geschreven
1
  • 25 juni
  • 0
Dank!
  • 25 juni
0
  • 24 juni
  • 1
Super leuk geschreven hoor, Bram!
1
  • 25 juni
  • 0
Dankje!
  • 25 juni
0
  • 24 juni
  • 1
Wat een leuk verhaal, mogelijk komt er een deel 2. Ik ga je volgen, jij mij ook. Ook de koffie staat klaar, mocht je een keer langs willen komen. gezellig!
  • 24 juni
1
  • 24 juni
  • 1
Ik heb het gevoel dat hier nog een vervolg op komt. Je hebt alvast een fan. Ik volg je, jij mij ook?
  • 24 juni
1

Recente en relevant artikelen