Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Ten Huize Pistoni: Hoofdstuk 12

Huizen hebben een geschiedenis die geëtst is in hun stenen, die uitgeademd wordt uit hun voegen, die je enkel maar kan kennen en proeven als je binnenkomt.

Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 28 juli 2021
10
91
19
Afbeelding door Victor Chaidez via Unsplash

De rode deur

Ik gaf een sleutel aan Frank en eentje aan Gino. Christa en ikzelf zouden de laatste sleutel gebruiken. We hadden afgesproken om elk een deel van het huis te verkennen. Frank zou de zolder voor zijn rekening nemen, Gino het verdiep eronder en Christa en ik het gelijkvloers. We gingen op pad met veel moed maar met een klein hart. We hadden afgesproken om ieder plaatsje te onderzoeken met onze sleutel. Erover te wrijven met het voorwerp tot we enige reactie zagen of tot een oplossing zich aanbood. Het duurde eeuwig naar mijn gevoel. Christa hielp om mij te wijzen op de stukjes die ik onbewust oversloeg. Ik was blij haar bij mij te hebben. Ze bleek een analytische geest te hebben die altijd op het juiste moment een goede aanwijzing zag en voorstelde. Na een uurtje begon ik wel de moed te verliezen. We hadden bijna het volledige gelijkvloers gedaan en het resultaat was nihil. Er was enkel nog een klein kamertje die misschien als proviandkamer was gebruikt dat we niet hadden gecontroleerd. Het was dicht bij de deur langs waar we Huize Pistoni waren binnen gekomen. Christa opende de deur van het bewuste kamertje en ik scheen met mijn zaklamp naar binnen. Op dat moment flitste een dier tussen onze voeten door en we schreeuwden samen zoals we nog nooit hadden geschreeuwd. Ik zag dat het de rat was die ik voordien nog had gezien. Vreemd.

Christa was nog adem aan het happen om te bekomen van haar schrik, toen ik het kamertje wat beter bekeek in het licht van mijn zaklamp. Als die rat hier uit kwam, moest ze er daar iets zijn dat ze kon gebruiken. Ik zag in de bundel licht dat ik op de achterwand van het kamertje richtte een fluctuatie. Het was alsof de bundel op een bepaalde hoogte zigzagde. Het leek een beetje op het zinderen van de warme lucht aan de horizon bij een heel warme dag. “Een botsing van warme en koude lucht,” verklaarde Christa. Ik was niet meer verwonderd dat zij de uitleg wist van dit natuurverschijnsel.
“Ja, Christa, maar we zijn hier niet buiten en het is hier niet warm, eerder koud zelfs. Dus die warme lucht moet van ergens anders komen.” Ik hield mijn sleutel voor de plaats waar ik het verschijnsel had gezien, maar niets gebeurde. Misschien hadden we het ons ingebeeld, maar toen ik mijn zaklamp nogmaals op de plaats richtte, zag ik het weer. “Frank, Gino, kom eens hier,” riep ik zonder mij om te draaien. Misschien konden zij ons helpen. De twee broers kwamen holderdebolder met veel lawaai naar beneden. Waarschijnlijk dachten ze dat wij ondertussen de deur hadden gevonden en geopend. Hun teleurstellende blik toen ze in de proviandkamer keken, sprak boekdelen.

“Wat is er? Ik dacht dat jullie de deur hadden gevonden. Wij hebben in alle geval nog geen geluk gehad. Veel spinnenwebben en een domme rat die ons voor de voeten liep,” zei Frank met een teleurstellende klank in zijn stem.

“Geef me eens jullie sleutels,” vroeg ik op mijn beurt, wat ze terstond deden. Ik ging eerst met de sleutel van Frank over de bewuste plaats waar ik het licht had zien trillen. De sleutel van Frank gaf geen resultaat. Toen ik met de sleutel van Gino over de plaats wreef, hoorden we allemaal een gezoem. Het hield aan en werd luider en het deed pijn aan onze tanden. Het leek of we op ijzer aan het knagen waren. Alsof een tweede laag bovenop de muur was geschilderd, brokkelde de wand af. Het was net als bladeren die weg warrelden van de muur. Een bloedrode deur kwam daarachter tevoorschijn. We keken even naar elkaar, geschrokken van de plotselinge reactie op de sleutel. Durfde ik? Ik keek even rond en niemand sprak een woord, maar iedereen keek naar mij, de sleutel en dan naar het grote sleutelgat. Met bevende hand reikte ik met de sleutel in aanslag naar het sleutelgat en stak hem in het slot. Het was alsof ik het in levende boter stak en het voelde echt heel vies aan. Het leek het kwaad dat via het sleutelgat zich naar mijn sleutel verspreidde en dan verder door mijn arm straalde. Onbewust liet ik de sleutel in het slot zitten en trok mijn hand terug. Het gezoem verdween en maakte plaats voor een gekraak. De sleutel draaide zonder dat ik er aankwam in het slot. Toen was het stil en de rode deur draaide geruisloos open.

©Rudi J.P. Lejaeghere
11/07/21

PS: je moet altijd doen wat je zelf leuk vindt, dus schakel ik weer over op witlijnen tussen de alinea's, het leest voor mij beter.

10
Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 28 juli 2021
10
91
19

Comments

  • 16 aug
  • 1
Ik stoor me niet aan de witregels, het maakt het zelfs iets makkelijker voor personen die snel de draad kwijt zijn waar ze gebleven zijn te lezen, om die draad weer op te pakken.
1
  • 17 aug
  • 0
Bedankt Dana.
  • 17 aug
0
  • 5 aug
  • 0
Spannend, spannend, spannend
  • 5 aug
0
  • 29 juli
  • 1
O jee en nu weer wachten op het volgende deel, spannend.
1
  • 29 juli
  • 0
Dank je wel, Mrs Wood, het staat al in de wachtrij.
  • 29 juli
0
  • 29 juli
  • 1
Spannend.
1
  • 29 juli
  • 0
Bedankt voor het bezoek en de reactie, Sophia.
  • 29 juli
0
  • 29 juli
  • 1
En toen, en toen?
1
  • 29 juli
  • 0
Dan wordt het wachten op het volgende hoofdstuk... dat al klaar staat in de wachtrij. Bedankt voor de reactie, Hans.
  • 29 juli
0
Laad meer

Recente en relevant artikelen