Die vier plattelanders zijn enorm luidruchtig.
Gewoonlijk is het hier steeds bijzonder rustig.
Met mijn boek zet ik me neer op dat bankje.
De enige plaats onder dat sierlijke boompje.
De schaduw doet me goed, ik lees even verder.
Een leuk spannend boek, zo opvallend helder.
Ik geniet, doch is er wat ongenoegen, ik zucht.
Het stemmengegons is nog drukker, ik vlucht.
Stilte is weg, steeds dat lawaai, ik word boos.
Thuis kan ik lezen, rustig op de bank bij Toos.
Liefde achter het masker, hoofdstuk 6: Vermoeden van de verhulde ruiter
Een niet zo onschuldig liefdes verhaal om bij weg te dromen.