Kun je zo snel jam maken?
Ja, dat kan écht, maar dan wel met gebruikmaking van geleisuiker.
In geleisuiker zit een grote hoeveelheid pectine die voor de binding in de jam zorgt. In een aantal soorten fruit zit veel pectine, bijvoorbeeld appels. Bij het maken van sappen blijft er pulp (vruchtvlees) en pectine over dat dan weer gebruikt wordt voor het maken van jam of geleisuiker.
De geleisuiker is te koop in de supermarkt, in een volle en halfvolle versie afhankelijk van de hoeveelheid suiker die erin zit. Dit product is er om de jam te binden op een heldere manier én de suiker erin zorgt voor de houdbaarheid.
Het is wel aan te bevelen deze zelfgemaakte jam in de koelkast te bewaren, omdat er niet zoveel suiker in zit én zeker geen conserveringsmiddelen behalve de natuurlijke: suiker, zout en citroensap.
Daarna kun je hem zeker een maand gebruiken om op de boterham te smeren of door de yoghurt te doen. Bij deze yoghurt met fruit weet je zeker dat er fruit in zit!
Hoe werd er vroeger jam gemaakt?
Vroeger deden de mensen daar uren over. Er was fruit rijp in de boomgaard, dat werd geplukt en van een gedeelte daarvan werd jam gemaakt. Vaak in een hele grote pan, met jampotten ernaast om te vullen. Er was nog geen aparte pectine, dus er werd maar van een paar fruitsoorten jam gemaakt.
Die jampotten hadden het formaat van één liter, waren van glas en werden dichtgemaakt met een rode ring van rubber, zodat er geen zuurstof bij de jam kon komen. Zuurstof zorgt immers voor het oxideren van eten. Bij het oxidatieproces wordt ons voedsel bruin, maar er kunnen ook makkelijker bacteriën gevormd worden. Om dit te voorkomen én omdat de jam zeker een jaar houdbaar moest blijven werd er op de jam een laagje paraffine gelegd (gesmolten kaarsvet) en de dichte pot werd nogmaals gekookt om te steriliseren.
En dan nu het recept!
Neem je lievelingsfruit van de fruitschaal of uit de diepvries. Ingevroren fruit is vaak goedkoper omdat dit in het hoogseizoen verwerkt wordt.
Doe dit in een pannetje. Gooi er dan geleisuiker bij, wat zout, wat water en een beetje citroensap, vers of uit een flesje.
Dit mengsel aan de kook laten komen. Daarna stampen met een pureestamper of met een vork en doorroeren.
Pak in de tussentijd een glazen potje. Glas, want daarin smaakt de jam lekkerder. Was het potje en spoel hem daarna om met wat water en zout erin. De binnenkant hoeft niet gedroogd te wordt, het zout doodt de laatste bacteriën.
Als het mengsel in de pan begint te schuimen is het bijna klaar. Pak een schone lepel en doe daar wat jam op die je gelijk terug laat lopen in de pan. Als er een laagje jam aan de lepel blijft hangen is die goed.
Blijft er meer hangen dan mag er nog wat water bij en mag de jam nog even koken. Als er niets aan de lepel blijft hangen dan zit er te weinig geleisuiker in en moet er wat bij wat dan nog even moet koken. Herhaal het lepelproces voor de controle.
Na zo’n 10 tot 15 minuten is de jam al klaar en kan hij in het potje. Maar, schenk eerst een klein beetje op de bodem, want door de suiker is de jam super heet. Na drie tellen kan de rest er al bij.
Het potje mag in de koelkast als het koud is en kan daarna een maand gebruikt worden. Pak wel steeds jam eruit met een schone lepel.
Maar nu al kan deze jam gelijk gegeten worden: een lepel warme jam op koude yoghurt of kwark.
Comments
- 13 aug
0