Artikel.nl




Editorial Approved Badge

Onrust over Donkerplas: Hoofdstuk 10

Wat als dieren konden spreken en gevoelens hadden, net zoals jij en ik? Dan is dit avontuur, een uit het dierenleven gegrepen verhaal.

Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 17 aug 2021
9
63
16
Afbeelding door Dalibor Perina via Unsplash
Meester Boehoe had weinig geslapen, misschien toch wel wat gerust. Toen hij de boodschap kreeg dat zowel Falco als de familie Bever hun moeilijke en gevaarlijke taak hadden volbracht met succes, slaakte hij een kras. Dit probleem was nu toch even van de baan. Hij had in al zijn wijsheid tijdens de uren van rust gezocht naar een antwoord op het probleem Fnar. Dat was natuurlijk een ander paar mouwen, redelijk grote mouwen zelfs. Stenen en eikels zouden geen indruk maken op deze vliegende mastodont. Hij dacht ook niet dat er bij de draak aderen aan de oppervlakte lagen die de familie Bever door kon kauwen. Neen, zo gemakkelijk zouden ze deze draak niet verslaan. Hij wist door overlevering dat Fnar ooit bijna verslagen was geweest. Daarna had nooit niemand nog iets van hem nog gehoord. Tot nu toe. Wie zou hem hierbij kunnen helpen. In zijn hulpeloosheid keerde hij zich meestal in gebed tot hun Opperwezen die zij ‘Onze Grote Eikelpluim’ noemden. O Grote Heilige Eikelpluim, geef me je kracht om even listig en slim te zijn als U. Toon me het juiste bospad dat ik moet gaan. Wijs me de juiste boomholte waar ik het antwoord kan vinden om onze vijand te verslaan. In Uw naam tot het einde der bossen en bomen zal het zijn en blijven zijn.

Niemand was gestorven aan een gebedje, baatte het niet het schaadde ook niet. Op het moment dat hij dit dacht, zag hij juist een schim vliegensvlug van boom naar boom springen. Zijn uilenogen die perfect afgestemd waren om ’s nachts de kleinste prooi te ontwaren tussen het bladerdak, had Kraker de Eekhoorn gespot. Kraker had het nooit tot ‘Priester van de Pluim’ geschopt, zoals de andere van zijn soortgenoten. Hij had toen hij heel klein was een eikel op zijn jonge hoofdje gekregen en sindsdien was er iets mis met Kraker. Let wel, iedereen hield van hem, maar hij was een beetje simpel. Hij kende en herkende geen gevaar en gedroeg zich soms roekeloos waar een ander de vlucht zou verkiezen boven de aanval. Meestal gebeurde het dan dat hij van een kouwe kermis thuiskwam en het onderspit moest delven. Hij was wel vliegensvlug, vlugger dan al de religieuze pluimstaarten van Woudheuvel. Dat bracht Boehoe op een idee. Een gevaarlijk idee weliswaar waarvoor hij dus instemming van de Religieuze Orde zou moeten vragen. Dat was misschien gemakkelijker gedacht dan verkregen. Hoge Priester Pletter die de leiding had over de Religieuze orde, was nogal arrogant en daardoor heel irritant. Niet de beste vriend van Meester Boehoe, maar ja moeilijk ging ook. “Kom binnen maar veeg eerst je klauwen proper,” neuzelde de Hoge Priester vanuit de Holle Boom die als Tempel diende voor de Priesters van de Pluim. Het was tevens de woonplaats van alle gezegende eekhoorns. Zij die nog in voorbereiding waren, zaten in een lagere boom gehuisvest. “Je hebt waarschijnlijk al gehoord over onze problemen met Fnar de draak die terug opgedoken is,” begon Boehoe voorzichtig. Hij kreeg niet veel reactie van de Hoge Priester. Pletter was druk bezig aan een klein altaar waar hij een aantal eikels aan het offeren was aan de Grote Heilige Eikelpluim. “Zou ik iemand van je familie kunnen lenen voor… voor een spionageopdracht te vervullen,” durfde hij dan toch vragen na een lichte aarzeling. “Spionage?” De Hoge Priester keek even op van zijn Heilige werkzaamheden. “Priesters doen niet aan spionage. Wij zijn hoog verheven boven zo’n aardse dingen. Als dat alles was, daag en tot later!” Pletter draaide zich terug naar zijn altaar en deed verder met wat hij bezig was.

Meester Boehoe voelde zijn irritatie die hij zo geprobeerd had om onder zijn verendek te houden, boven fladderen. “Pletter, als je niet wil luisteren zal ik de Orde eens moeten vertellen over de ouderdom van je gezegende zoon.”

Boehoe wist dat Pletters zoon iets te jong was en eigenlijk nog niet gezegend mocht worden. Toch had Pletter dit erdoor kunnen krijgen, mits vervalsing van zijn familieoverlevering. Meester Boehoe kende al de overleveringen van elke familie uit zijn hoofd. Hij kende de waarheid en hij zag aan het zenuwachtig ter plaatse gehuppel van de Hoge Priester dat deze opmerking raak was.

“Oké, Boehoe,” sprak de in zijn eer gekwetste Hoge Priester Pletter tot de uil, “wat wil je?”

©Rudi J.P. Lejaeghere

9
Geschreven door Rudi Lejaeghere
Gepubliceerd op: 17 aug 2021
9
63
16

Comments

  • 19 aug
  • 1
Weer een goed stukje.
1
  • 19 aug
  • 0
Bedankt, Heid, voor het leuke bezoekje.
  • 19 aug
0
  • 19 aug
  • 1
Leuk geschreven
1
  • 19 aug
  • 0
Bedankt, Sophia, voor de leuke reactie.
  • 19 aug
0
  • 19 aug
  • 1
Graag gelezen en benieuwd naar zijn plan :) Arme Kraker ook met z'n eikel op de kop. Die dingen kunnen veel schade opleveren
1
  • 19 aug
  • 0
Zo is het soms wel, maar Kraker heeft nogal een hard hoofd denk ik. Bedankt voor de leuke reactie, Joyce.
  • 19 aug
0
  • 19 aug
  • 2
Zoals altijd Rudi... Eens graag gelezen, altijd...
2
  • 19 aug
  • 0
Bedankt, Francois, voor de waardering.
  • 19 aug
0
  • 19 aug
  • 2
Benieuwd naar zijn plan!
2
  • 19 aug
  • 0
Bedankt, Hans, voor de leuke reactie.
  • 19 aug
0
Laad meer

Recente en relevant artikelen