Pijpenstelen vallen uit de hemel
Pijpenstelen pijpen Kinderselen
Stelen velen het verstand
Afgezand uit donk’re wolken
Stolken zij de tere ziel
het prille lichte licht
vol onschuld en bescheiden
smijten zij ze in het lijden
Pijpenstelen strelen kinderselen
diep en dieper vallen zij
allebij
de daders en de zielen
lichteloos in dieptes
zonder uitweg
nog naar boven te geraken
kraken kraken eerst de onschuld
en later zelfs de botten
om bot te vieren
en te zuigen
en hun volgse kwaadheid te betuigen
allen allen varen mee
op de donkerrode zee
Jeeeh:
Pijpenstelen pijpen kinderselen
En bevelen eigen spelen
die alleen de ingewijden delen
Het spel luidt
Ik steel jou en jij pijpt mij
En op woensdag kom ik met mijn eetgerei
Hier kom jij niet uit
Je bent de buit
Het prooi
En als ik zin heb strooi
Ik jouw resten
Na de festen
Op het land van je vaderen
Uit
Pijp en strelen
niet vervelen
Zal je mij
Voorbij is het
Als ik het zeg
En jij niets meer
Tot aan de rand van de beker
jazeker
Halen wij jou leeg
Je angst stinkt kind
En dat is wat ik wil
Stil wil ik je
Tot me nemen
Pijpenstelen vallen uit de hemelen
En wemelen
Diep onder de grond
Kijk grondig
En dieper
in’t duister
en luister
nu eindelijk horen wij
het zwakke gefluister
Het regent en nu dringt het door
Onophoudelijk stroomt het
Door en door en door
Schijnen onze aandelen
Wij zij stil
En schoor
En hopen
Dat pijpenstelen helen
Comments
- 19 mei
0