Artikel.nl




Editorial Approved Badge

ADHD: Waarom deze naam de lading niet dekt

Veel mensen hebben wel van ADHD gehoord. Het is een afkorting voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, wat weer vertaald kan worden naar “aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit”. Maar deze naam dekt de lading eigenlijk helemaal niet en doet veel mensen met dit neurotype te kort. In dit artikel leg ik je uit hoe dat zit.

Geschreven door Nikki Reijnders
Gepubliceerd op: 1 juli 2021
4
92
3
Afbeelding door That's Her Business via Unsplash

Wat is ADHD precies?

Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) is een aandoening die het gedrag van mensen beïnvloedt. Mensen met ADHD kunnen rusteloos lijken, moeite hebben met concentreren en impulsief handelen. In de meeste gevallen worden de symptomen al op jonge leeftijd opgemerkt en kunnen ze meer opvallen wanneer de omstandigheden van een kind veranderen, bijvoorbeeld wanneer ze naar school gaan. In veel gevallen worden mensen met ADHD dan ook gediagnosticeerd wanneer zij tussen de 6 en 12 jaar oud zijn.

De symptomen van ADHD verbeteren meestal wanneer men ouder wordt, maar veel volwassenen die op jonge leeftijd met de aandoening werden gediagnosticeerd, blijven problemen ervaren. Er zijn 3 verschillende soorten ADHD. Je hebt:
  • Het onoplettende type.
  • Het hyperactieve/impulsieve type.
  • Het gecombineerde type.
Ze hebben elk hun eigen kenmerken.

De drie typen ADHD.

ADHD type 1 (onoplettende type, voorheen bekend als ADD): Personen met dit type vertonen niet de onrustige, hyperactieve symptomen die de meeste mensen met ADHD associëren. In plaats daarvan zit de onrust vanbinnen en uiten deze ADHD’ers zich vaak als dromerige personen die een korte aandachtsspanne hebben en moeite hebben met het zien van details. Mensen bij wie dit type ADHD is vastgesteld, vertoont ten minste 6 van de onderstaande kenmerken:
  • Onvermogen om goed op te letten of de neiging om onzorgvuldige fouten te maken.
  • Moeite om de aandacht vast te houden.
  • Lijkt niet te luisteren.
  • Heeft moeite om gedetailleerde aanwijzingen op te volgen.
  • Problemen om georganiseerd te blijven.
  • Verliest vaak dingen.
  • Gemakkelijk afgeleid.
  • Vaak vergeetachtig, zelfs bij alledaagse bezigheden.
ADHD type 2 (hyperactieve/impulsieve type): Het hyperactieve/impulsieve type is wat de meeste mensen zich voorstellen als ze aan ADHD denken: iemand die tegen de muur stuitert, niet in staat stil te zitten of stil te zijn. De symptomen zijn meestal gelinkt aan kinderen, maar studenten en volwassenen kunnen ook hyperactief-impulsief gedrag vertonen. Om met dit type te worden gediagnosticeerd, moeten mensen ten minste 6 van deze symptomen vertonen:
  • Onrustig of beweeglijk gedrag, meestal met handen of voeten.
  • Heeft moeite om lang te blijven zitten.
  • Voortdurende rusteloosheid.
  • Overmatig praten.
  • Onderbreekt anderen met regelmaat.
  • Moeilijkheden om hun beurt te wachten of in een rij te wachten.
  • Handelt alsof ze worden aangedreven door een motor, niet in staat om uitbarstingen te beheersen.
  • Flapt vaak antwoorden eruit voordat de vragen helemaal is gesteld.
ADHD type 3 (gecombineerde type): Zoals de naam doet vermoeden, vertonen personen met een gecombineerd type ADHD ten minste 6 symptomen van onoplettendheid en ten minste 6 symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit. Het gecombineerde type is de meest voorkomende vorm van ADHD.

Wat gebeurt er in het brein?

Onderzoek toont aan dat sommige delen van de hersenen bij mensen met ADHD vaak wat kleiner zijn en/of langer nodig hebben om te rijpen. Dit betekent niet dat ADHD’ers niet slim zijn. Het betekent dat delen van hun hersenen meer tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Deze vertragingen vinden plaats in delen van het zelfmanagementsysteem van de hersenen. Dit omvat structuren die een sleutelrol spelen bij bijvoorbeeld emotionele controle en een vaardigheid die het werkgeheugen wordt genoemd.

Hersenstructuren moeten samenwerken om dingen te doen, zoals de focus verleggen of lezen of schrijven. Verschillende delen van de hersenen zijn met elkaar verbonden door netwerken van neuronen (hersencellen). Sommige neurale netwerken hebben meer tijd nodig om zich te ontwikkelen of zijn mogelijk minder efficiënt bij mensen met ADHD. Een voorbeeld is het “standaardmodusnetwerk”. Deze speelt een belangrijke rol bij het laten rusten van de hersenen. Bij personen met ADHD duurt het langer voordat de hersenen activiteit "uitschakelen" in het standaardmodusnetwerk wanneer ze zich ergens op moeten concentreren.

ADHD beïnvloedt ook andere paden, zoals het fronto-pariëtale netwerk. Dit netwerk speelt een grote rol bij het maken van beslissingen en het leren van nieuwe taken. Daarom wordt het ook vaak het “executive control circuit” genoemd. Verschillen in dit netwerk en andere neurale netwerken kunnen ADHD-symptomen, zoals dagdromen en problemen met impulscontrole, helpen verklaren.

Hersennetwerken bestaan uit hersencellen die informatie doorgeven van neuron naar neuron. Om dit te doen, laat het uiteinde van een neuron kleine hoeveelheden chemicaliën vrij die neurotransmitters worden genoemd. Deze chemicaliën moeten een kleine opening oversteken (een synaps) om bij de punt van het volgende neuron te komen. ADHD kan dit proces op een paar manieren beïnvloeden:
  • De verzendende neuron geeft mogelijk niet genoeg neurotransmitters af.
  • De ontvangende neuron kan moeite hebben om de neurotransmitters te "vangen".
  • De neurotransmitters kunnen te snel weer opgezogen worden door de zendende neuron, voordat er een goede verbinding is gemaakt met de ontvangende neuron.
ADHD-hersenen hebben daarnaast lage niveaus van een neurotransmitter die noradrenaline wordt genoemd. Noradrenaline is nauw verbonden met dopamine. Dopamine is het stofje dat helpt bij het controleren van het belonings- en pleziercentrum van de hersenen en om fysiek in beweging te komen.

Door deze lage niveaus is het voor ADHD’ers dus vaak lastig om in actie te komen. Hierdoor worden zij vaak gezien als lui, terwijl dit dus niet het geval is. Lui zijn is namelijk iets niet doen omdat je er geen zin in hebt. Bij ADHD komt het doordat zij wel willen, maar hun brein hen tegenwerkt om ook daadwerkelijk in actie te komen. Voor veel mensen met ADHD kan behandeling met bijvoorbeeld medicatie deze verbindingen en de opname van de neurotransmitters verbeteren. Inspelen op de interesses van ADHD’ers kan ook helpen.

Waarom klopt de term ADHD niet?

Zoals eerder vermeld, staat de term ADHD voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, wat dus de lading van dit neurotype niet dekt. De naam is gegeven naar aanleiding van de uiterlijke kenmerken, die bij veel, maar lang niet alle ADHD’ers gezien worden. De naam is dus veel te kort door de bocht. Ja, er wordt hyperactiviteit gezien, maar dit is maar het puntje van de ijsberg.

De meest ervaren problematiek bij ADHD komt dus doordat de hersenen anders werken. Bepaalde hersengebieden ontwikkelen zich minder snel en doordat bepaalde neurotransmitters hun werk niet goed kunnen doen, ervaren veel ADHD’ers moeilijkheden met hun executieve functies.

Sommige mensen beschrijven executieve functies als “het managementsysteem van de hersenen”. Dat komt omdat de betrokken vaardigheden ons in staat stellen doelen te stellen, te plannen en dingen voor elkaar te krijgen. Wanneer mensen moeite hebben met executieve functies, heeft dit gevolgen voor hen thuis, op school en in het leven. Er zijn 12 executieve functies. Deze zijn:
  • Reactie-inhibitie.
  • Werkgeheugen.
  • Emotieregulatie.
  • Taakinitiatie.
  • Volgehouden aandacht.
  • Planning en prioritering.
  • Organisatie.
  • Timemanagement.
  • Flexibiliteit.
  • Metacognitie.
  • Doelgericht gedrag.
  • Stresstolerantie.
Naast het moeite hebben met deze executieve functies, ervaren veel ADHD’ers andere zaken, waaronder hyperfocus en over – en onderstimulatie. Dit houdt in dat zij zich best kunnen focussen, maar dat het moeilijk is om zelf te bepalen waarop. Daarnaast is er sprake van een all-or-nothing aandacht, wat inhoudt dat zij zich juist heel erg op 1 ding kunnen focussen (hyperfocus), of dat dit totaal niet lukt. Het is dus geen probleem met een tekort (deficit), maar met de regulatie van de aandacht.

ADHD is dus een naam die maar twee van de symptomen noemt. Dit zijn kenmerken waar niet eens elke ADHD’er mee te maken heeft. Een betere naam zou kunnen zijn:
  • Executive Function Disorder (EFD) of
  • Dopamine Attention Variability Executive Dysfunction (DAVED).
Zij dekken namelijk wél de lading. Want alle kenmerken van ADHD hebben te maken met executieve dysfunctie en de regulatie daarvan. Ik ben van mening dat dit veel beter past en dat mensen hierdoor beter gediagnosticeerd kunnen worden en daardoor tijdig de juiste ondersteuning kunnen krijgen.
4
Geschreven door Nikki Reijnders
Gepubliceerd op: 1 juli 2021
4
92
3

Comments

  • 7 juli
  • 0
Dat type 1 wat jij beschrijft is dat niet meer ADD, maw de ADHD zonder de hyper? Mijn man is hier aantal jaar geleden mee gediagnosticeerd (samen met autisme) en daarmee vielen veel dingen op hun plaats. Hij kreeg uiteindelijk wel medicatie voor de ADD, die helpen hem doorheen de dag meer focus te behouden, maar het blijft een moeilijke combo.
  • 7 juli
0
  • 1 juli
  • 1
Ik heb met dit artikel heel wat bijgeleerd over ADHD zoals men het nu nog noemt. Goed geschreven, mooi gestructureerd en dus goed begrijpelijk.
  • 1 juli
1
  • 1 juli
  • 1
Een heel erg interessant met belangrijke informatie. Heel erg goed geschreven en uitgelegd Nikki! Ook zéér interessant om te lezen wat er nou precies in het brein van iemand met ADHD omgaat.
  • 1 juli
1

Recente en relevant artikelen